Bio | Mary Anne Macdaniel was de dochter van Catherine Beck (Chipping Norton, Oxon, 1781 - België, 26/03/1859) en Charles Macdaniel (Londen, Middlesex, 1778 - Surrey, 28/05/1855). Haar vader was een befaamde producent en verkoper van fijne metaalwaren (messen, scheermessen, kurkentrekkers...) gevestigd op 343 Oxford Street te Londen. Mary Anne Macdaniel werd in 1819 geboren, en gedoopt in St. James, Westminster, Londen, Middlesex. Het gezin bestond in 1851 verder uit een zus Elizabeth, geboren in 1821, en gedoopt in St. James, Westminster, Londen, Middlesex. Elizabeth was in 1851 net als haar oudere zuster Mary Anne Macdaniel ongehuwd. Inwonend was op dat moment ook de 64-jarige Mary Beck, de zus van Catherine en de tante van Mary Anne. Ook zij was ongehuwd. Verder woonden nog twee Ierse meiden in. Vader Charles Macdaniel was bestuurslid van de Aged Poor Society. Hij was welgesteld, maar hij verloor zijn geld aan een slechte investering waardoor zijn dochter Mary Ann in armoede verkeerde. In april 1854 zette hij zijn handelsactiviteiten in Oxford Street stop. Haar zus Catherine Macdaniel was een van de founding sister van de Sisters of Mercy in Londen en directrice van het House of Mercy. Het adres van Mary Anne Macdaniel was in mei 1865, volgens "The Tablet" 9 Dorchester Place, Blandford Square, London, N.W.. Ze verbleef in mei 1865 ook in Oostende en reisde door naar Kortenberg waar haar tante in een psychiatrische instelling verbleef. Ze verbleef er zelf ook enige tijd, vermoedelijk ook als patiënte. In 1866 schreef ze brieven naar Guido Gezelle vanuit Ramsgate. Ze was de vriendin van Fanny George en correspondeerde met haar o.m. over Gezelle. Uit deze en andere correspondentie blijkt dat Gezelle haar biechtvader was en dat ze ook enige tijd doorbracht in het Sint-Juliaangesticht, een psychiatrische instelling te Brugge. Ze vertaalde religieuze werken uit het Engels, soms in opdracht van de Belgische bisschoppen zoals "A Novena to St. Joseph to obtain of God" (uit het Frans van J. A. Verdun, London, 1871), "The true vocation and the real vocation" (Thomas Richardson and Son, London, 1872), "The Mission of Woman" (uit het Frans van G. Mermillod, London, 1873) en "The Stations of the Cross in company of St. Joseph" (London, 1873). Ze had een literair agent: Mrs. C. Baker uit Lancaster. Verder zorgde ze voor de heruitgave van een religieus spel 'Road to Heaven', de verkoop ervan moest haar voorzien van financiële middelen. In 1879 verkeerde ze nog steeds in armoede en was er een oproep in de "Tablet" om haar te verkiezen voor geldelijke steun van de Aged Poor Society. Ze ontving een bijdrage van 20 pond per jaar tot aan haar dood in 1884. |
---|