<Resultaat 463 van 2308

>

p1
34, Moerstraat,[1] Wednesday.

My dear Father

I am greatly disappointed to leave Bruges without seeing you again. I went to the Church between 3.30 and 4 o'clock this afternoon but it was closed. It was raining and as I was alone I did not know where to go for shelter and was therefore obliged, very reluctantly to go home, as I am under obedience to avoid taking cold as far as I can. There were several things I wished to say to you. One of them was to remind you of the little book[2] that you are going to send to Fr Christie by me, and whether I shallp2give any message to him from you. To ask you for your address[3] as we do not know it correctly, because I should like to write to you, if I may do so, now and then, and also to hear that you are alive. I also wished to ask you always to let me help you when you are in want of prayers, and to let me know whenever I can do anything for you. You will be so kind as to tell me when the prayers for your intention are answered, as I shall then have to put my thanksgiving into the Confraternity, because when the Members have been prayingp3hard they like to know when their prayers are answered that they may thank God. When I made the remark the other day that I found Pepery a very expensive luxury it may have given you the idea that I had to bear unkindness from the members of my family. In justice to their memory and their unceasing goodness to me I should like just to tell you that it made no difference between us. Papa was very naturally displeased with me at first but had so far forgiven me in three weeks time as to pay us a visit. Mamma was always resigned to everythingp4because she had such an angelic disposition, my brothers[4] and sisters[5] were even kinder than before. I did not have one single unkind word from any of them, and now that several of them are dead,[6] I like their forbearance to be known. I hope you will be able to come and pay us a visit this Autumn. I think a month in Hereford Square might do you good, and it would be such a pleasure to us!

Adieu, dear Father, pray for me sometimes, for I give all my prayers for others, I have not even made one communion for myself these 7 years, there is no time.
Your Child in Christ,
Mary Buckler.

Noten

[1] Woning van pastoor Louis Vanhaecke, waar Mary en haar man logeerden tijdens hun reis in Brugge.
[2] In haar brief aan G. Gezelle van 17/09/1872 spreekt ze opnieuw over dit kleine boekje en haalt ze het gedicht ’Met 't Kruis in top’ aan waardoor we weten dat het over de Kleengedichtjes gaat.
[3] Guido Gezelle verhuisde naar de Verversdijk 19 te Brugge in januari 1872.
[4] Haar broer uit het eerste huwelijk van haar vader met Mary Wheeler was John Edmund Farbrother (1823-1871). Haar halfbroers uit het tweede huwelijk van haar vader met Mary Dibbin waren Alfred Farbrother (1833-1903), Henry Francis Farbrother (1838-1869) en Frederick Robert Farbrother (1840-1901). (Ancestry)
[5] Haar zussen uit het eerste huwelijk van haar vader met Mary Wheeler waren Charlotte Maria Farbrother (1826-1900) en Julia Frances Farbrother (1829-1914). Haar halfzussen uit het tweede huwelijk van haar vader met Mary Dibbin waren Louisa Anne Farbrother (1836-1859) en Margaret Sophia Farbrother (1843-1934). (Ancestry)
[6] Tegen 1872 waren Henry Francis Farbrother (1838-1869), Louise Ann Farbrother (1836-1859) en John Edmund Farbrother (1823-1871) overleden.

Register

Correspondenten

NaamFarbrother, Mary Louisa; Farbrother, Mary Aloysia; Buckler, Mary
Datums° Oxford, 03/05/1828 - ✝ Londen, 29/05/1892
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Louisa Farbrother werd op 3 mei 1828 in Oxford geboren als tweede dochter en derde kind van onderwijzer John Farbrother (Cirencester, Gloucestershire, 1797 – Reading, Berkshire, 13/07/1866) en zijn eerste vrouw Mary Wheeler. Haar ouders trouwden op 21 april 1817 in Marylebone, Londen. Het echtpaar kreeg vier kinderen. John Farbrother hertrouwde op 26 september 1832 met Mary Dibbin (1807-1867). Dit echtpaar kreeg vijf kinderen. Mary Louisa Farbrother huwde zelf in juni 1851 in Buckinghamshire, Oxfordshire met architect Charles Alban Buckler (1824-1925). Ze kregen geen kinderen. Met de censussen van 1851 en 1861 woonden ze in Oxford en met de censussen van 1871, 1881 en 1891 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen. Mary en haar man ondernamen vele reizen naar het continent en verbleven in Frankrijk en België bij kennissen. Tijdens hun reis in België verbleven ze bij een bevriend koppel in Brussel en in Brugge in de Moerstraat 34 in het huis van priester Lodewijk Van Haecke. Tijdens het verblijf in Brugge werd Guido Gezelle de biechtvader van Mary Louisa. Haar biechtvader in Engeland was Father Albany Christie. Mary Louisa Farbrother overleed op 29 mei 1892 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamFarbrother, Mary Louisa; Farbrother, Mary Aloysia; Buckler, Mary
Datums° Oxford, 03/05/1828 - ✝ Londen, 29/05/1892
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Louisa Farbrother werd op 3 mei 1828 in Oxford geboren als tweede dochter en derde kind van onderwijzer John Farbrother (Cirencester, Gloucestershire, 1797 – Reading, Berkshire, 13/07/1866) en zijn eerste vrouw Mary Wheeler. Haar ouders trouwden op 21 april 1817 in Marylebone, Londen. Het echtpaar kreeg vier kinderen. John Farbrother hertrouwde op 26 september 1832 met Mary Dibbin (1807-1867). Dit echtpaar kreeg vijf kinderen. Mary Louisa Farbrother huwde zelf in juni 1851 in Buckinghamshire, Oxfordshire met architect Charles Alban Buckler (1824-1925). Ze kregen geen kinderen. Met de censussen van 1851 en 1861 woonden ze in Oxford en met de censussen van 1871, 1881 en 1891 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen. Mary en haar man ondernamen vele reizen naar het continent en verbleven in Frankrijk en België bij kennissen. Tijdens hun reis in België verbleven ze bij een bevriend koppel in Brussel en in Brugge in de Moerstraat 34 in het huis van priester Lodewijk Van Haecke. Tijdens het verblijf in Brugge werd Guido Gezelle de biechtvader van Mary Louisa. Haar biechtvader in Engeland was Father Albany Christie. Mary Louisa Farbrother overleed op 29 mei 1892 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamBuckler, Charles Alban
Datums° Londen, 25/09/1824 - ✝ Londen, 14/06/1905
GeslachtMannelijk
Beroeparchitect; auteur; uitgever; topograaf; kunstschilder; heraldicus
VerblijfplaatsEngeland
BioCharles Alban Buckler werd geboren op 25 september 1824 in Bermondsey, Londen als zoon van architect John Chessel Buckler (1793-1894) en Esther Fair (1797-1882). Ook zijn grootvader John Buckler was architect. Charles Alban Buckler bekeerde zich in 1844 tot het katholicisme en werd een van de belangrijkste architecten van katholieke kerken in Engeland. Hij was een aanhanger van de neogotische stijl. Buckler was daarnaast auteur (soms ook samen met zijn vader) en uitgever van boeken over architectuur, geschiedenis en heraldiek. Hij was ook topograaf, kunstschilder en heraldicus. In de jaren 1870 gaf Henry Fitzalan-Howard, 15th Duke of Norfolk, hem de opdracht om Arundel Castel te heropbouwen. Drie van zijn broers werden dominicaan. Buckler trouwde op 29 april 1851 in Headington, Oxford met Mary Louisa Farbrother (1828-1892). Het huwelijk bleef kinderloos. Hij overleed op 14 juni 1905 te Brentford, Londen.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry
NaamFarbrother, Mary Louisa; Farbrother, Mary Aloysia; Buckler, Mary
Datums° Oxford, 03/05/1828 - ✝ Londen, 29/05/1892
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Louisa Farbrother werd op 3 mei 1828 in Oxford geboren als tweede dochter en derde kind van onderwijzer John Farbrother (Cirencester, Gloucestershire, 1797 – Reading, Berkshire, 13/07/1866) en zijn eerste vrouw Mary Wheeler. Haar ouders trouwden op 21 april 1817 in Marylebone, Londen. Het echtpaar kreeg vier kinderen. John Farbrother hertrouwde op 26 september 1832 met Mary Dibbin (1807-1867). Dit echtpaar kreeg vijf kinderen. Mary Louisa Farbrother huwde zelf in juni 1851 in Buckinghamshire, Oxfordshire met architect Charles Alban Buckler (1824-1925). Ze kregen geen kinderen. Met de censussen van 1851 en 1861 woonden ze in Oxford en met de censussen van 1871, 1881 en 1891 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen. Mary en haar man ondernamen vele reizen naar het continent en verbleven in Frankrijk en België bij kennissen. Tijdens hun reis in België verbleven ze bij een bevriend koppel in Brussel en in Brugge in de Moerstraat 34 in het huis van priester Lodewijk Van Haecke. Tijdens het verblijf in Brugge werd Guido Gezelle de biechtvader van Mary Louisa. Haar biechtvader in Engeland was Father Albany Christie. Mary Louisa Farbrother overleed op 29 mei 1892 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry
NaamChristie, Albany James
Datums° Southwark, 18/12/1817 - ✝ Londen, 02/05/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; academicus; jezuïet
VerblijfplaatsEngeland; Italië; Malta
BioChristie Albany James was de zoon van Albany Henry Christie uit Chelsea, Londen. Hij studeerde aan King's College, Londen en ging op 2 juli 1835 naar Oxford om er verder te studeren aan het Oriel College. Hij kwam er onder invloed van de Oxford Movement en John Henry Newman. Vanaf 1844 tot 1846 studeerde hij geneeskunde te Londen. In oktober 1846 werd hij door Dr. Doyle van St.-George's, Southwark, opgenomen in de Katholieke Kerk en ging hij ook naar het College (medische school) van Bart's. In 1847 sloot hij zich als novice aan bij de jezuïeten. Hij begon theologie te studeren aan het College of St. Beuno's (Wales), een onderkomen voor tal van priesters van het Collegium Romanum die voor de revolutie van 1848 hadden moeten vluchten. Hij studeerde verder te Rome en werd in 1852 tot priester gewijd. Hij keerde voor zijn laatste jaar naar St. Beuno's terug en werd in 1855 leraar aan het Engels College van The Society at Valetta te Malta. Van 1856 tot 1860 was hij leraar te Stonyhurst, Saint Mary’s Hall. In 1858 werd hij op zending gestuurd en in 1862 ging hij naar de Farm Street Church in Londen, waar hij ook de biechtvader was van Mary Buckler. Christie werd later bekend als een katholieke toneelschrijver en dichter. Hij stierf in Londen, op 2 mei 1891.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVanhaecke, Louis
Datums° Brugge, 18/01/1829 - ✝ Brugge, 24/10/1912
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; kapelaan; auteur
BioLouis Vanhaecke deed zijn humaniorastudies aan het Duinencollege in Brugge. In oktober 1846 ging hij naar het grootseminarie te Brugge waar hij Guido Gezelle als medeseminarist had. In 1851 werd Louis Vanhaecke leraar Frans aan het college te Poperinge. Hij werd tot priester gewijd in Brugge op 21/05/1853. Hij was achtereenvolgens leraar in het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (september 1852), kapelaan te Roeselare (juli 1855), leraar in het college te Oostende (september 1856) en te Poperinge (september 1862), habituant van Sint-Jacobs te Brugge (augustus 1864) en kapelaan van de Heilig-Bloedkapel (februari 1865). In 1872 werd hij erekanunnik van Antiochië. Louis Vanhaecke was een controversiële figuur die bekend was om zijn grappen en door Huysmans in verband werd gebracht met satanisme. Zelf publiceerde hij diverse religieuze werken.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medeseminarist Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamFarbrother, Frederick Robert
Datums° Oxford, 1840 - ✝ Smallthorne, 1901
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kapelaan; dominee
VerblijfplaatsEngeland
BioFrederick Robert Farbrother werd geboren te Oxford, Oxfordshire in 1840 als jongste zoon van John Farbrother (1797-1866), vader van Mary Farbrother die een correspondent was van Guido Gezelle, en zijn tweede echtgenote Mary Dibbin (1808-1867). Het echtpaar trad op 26 september 1832 in het huwelijk. Frederick Farbrother werd pas op 5 maart 1841 gedoopt in Oxford. Hij studeerde in 1866 af aan het Trinity College in Dublin, in 1867 werd hij diaken en in 1868 werd hij tot (anglicaanse) priester gewijd. Van 1867 tot 1871 was hij kapelaan van Wheathampstead en van 1871 tot oktober 1874 van St. John the Baptist in Hulme, Manchester. Van eind 1874/begin 1875 tot 1878 was hij actief als dominee in Lynton, Devonshire en in 1878 werd hij dominee van Wincle bij Macclesfield. Hij trouwde op 22 oktober 1874 met Sarah Belinda Ward Jackson (1845-1906). Frederick overleed in april 1901 in Smallthorne, Staffordshire.
BronnenAncestry ; Findmypast/Newspaper and Periodicals
NaamFarbrother, John Edmund
Datums° Oxford, 05/1823 - ✝ Shepton Mallet, 16/11/1871
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; auteur
VerblijfplaatsEngeland
BioJohn Edmund Farbrother werd geboren te Oxford, Oxfordshire begin mei 1823 als zoon van John Farbrother (1796-1866) en Mary Wheeler (1797-1860). Hij was de oudste broer van Mary Louisa Buckler, née Farbrother. Hij trouwde op 28 juni 1851 in Weston-super-Mare met Lucy Grey Earle. Hij was vrijmetselaar en werd onderwijzer in de Grammar School in Shepton Mallet. John Edmund Farbrother werd getypeerd als een sociaalvoelend man en een uitstekend onderwijzer. Hij was de auteur van een geschiedenis van Shepton Mallet. Hij stierf te Shepton Mallet, Somerset op 16 november 1871.
Bronnen(voorwoord op) John E. Farbrother, Shepton Mallet, Notes On Its History, Ancient, Descriptive, And Natural. Shepton Mallet: Albert Byrt (1859); Ancestry; Findmypast/Newspapers and
NaamFarbrother, John
Datums° Cirencester, 1797 - ✝ Reading, 13/07/1866
GeslachtMannelijk
Beroepleraar
VerblijfplaatsEngeland
BioJohn Farbrother werd geboren te Cirencester, Gloucestershire in 1797. Hij werd onderwijzer. Hij trouwde op 21 april 1817 te Marylebone, Londen met Mary Wheeler (1797-1860). Het echtpaar kreeg vier kinderen, waaronder Mary Louisa Farbrother, correspondent van Guido Gezelle. John Farbrother hertrouwde op 26 september 1832 met Mary Dibbin (1807-1867). Dit echtpaar kreeg vijf kinderen. John Farbrother overleed te Reading, Berkshire, 13 juli 1866.
NaamWheeler, Mary
Datums° Farrington (?), 03(?)/1797 - ✝ Londen, 1860
GeslachtVrouwelijk
BioMary Wheeler werd gedoopt op 11 maart 1797 in Farrington, Berkshire. Ze trouwde met de onderwijzer John Farbrother op 21 april 1817 te Marylebone. Het echtpaar kreeg vier kinderen, waaronder Mary Louisa Farbrother, correspondent van Guido Gezelle. Mary Wheeler overleed te Londen in het voorjaar 1860.
BronnenAncestry
NaamFarbrother, Charlotte Maria
Datums° Oxford (?), 02-03(?)/1826 - ✝ Headington, 16/03/1900
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioCharlotte Maria werd gedoopt op 31 maart 1826 in Oxford als dochter van John Farbrother en Mary Wheeler. Ze was de zus van Gezelles correspondent Mary Louisa Farbrother. Ze bleef ongehuwd. Ze werd in 1846 opgenomen in een psychiatrische instelling in Warneford (Oxfordshire), waarvan de uitbreiding gebouwd werd door de vader van Charles Alban Buckler. Ze overleed op 16 maart 1900 in Headington, Oxfordshire.
BronnenAncestry
NaamFarbrother, Julia Frances
Datums° Oxford (?), 08(?)/1829 - ✝ Eastbourne, 22/01/1914
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioJulia Frances Farbrother werd gedoopt op 11 augustus 1830 in Oxford als dochter van John Farbrother en Mary Wheeler. Ze was de zus van Gezelles correspondent Mary Louisa Farbrother. Ze bleef ongehuwd. Ze overleed op 22 januari 1914 in Eastbourne, Sussex.
BronnenAncestry

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - instituut/vereniging

NaamConfraternity of The Precious Blood, London Oratory
BeschrijvingDe Archconfraternity of the Most Precious Blood kwam en komt samen in de kapel van Our Lady of Dolours in London Oratory, ook wel Brompton Oratory genoemd. Genootschappen die van de aanbidding van het bloed van Christus hun voornaamste doelstelling maakten, doken voor het eerst op in Spanje. In Engeland werd een dergelijk genootschap opgericht in de kerk van St.-Wilfrid in Staffordshire (1847) onder impuls van Newman en Faber. In 1850 werd de broederschap overgeheveld naar Londen, eerst in William Street, een viertal jaar later naar Brompton. Dit verklaart waarom de huidige kerk, die in 1884 werd gewijd, bekend staat als Brompton Oratory, maar eigenlijk de Church of the Immaculate Heart of Mary heet. De Oratory doet dienst als parochiekerk voor het rooms-katholieke diocees van Westminster.
Datering1850-heden
Links[wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelKleengedichtjes
Links[gezelle.be]

Titel[xx/08/1872], [Brugge], Mary Louisa Farbrother (= Mary Louisa Buckler) aan [Guido Gezelle]
EditeurGuido Spyns; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderFarbrother, Mary Louisa
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[xx/08/1872]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieBriefversie van datering: Wednesday ; datering, adressaat en plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.132-133
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 177x113
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden watermerk: Trade Mark Hammonds [?]
rouwpapier
Toevoegingen op zijde 1 rechts in de bovenrand: bij 72 (potlood)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4938
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11269
Inhoud
IncipitI am greatly disappointed
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.