Elverdinghe 6 feb. 79.
Dilectissime rerum,[1]
kdanc U, zoete Menestrele,[2]
Om uw abele ende vele
wenscen van het nieue jaar.
Ende ic oke[3] dattes waar -
Wensce, juiste niet op staande
voet, maar sporcle[4] innegaande,
dat gi, 't meugend zout of smout,
leven ende ontlyven[5] zoudt
in den Heer, dat 'k zeggen wille,
en dan gaan ten Hoogen Hille[6]
Om uw abele ende vele
wenscen van het nieue jaar.
Ende ic oke[3] dattes waar -
Wensce, juiste niet op staande
voet, maar sporcle[4] innegaande,
dat gi, 't meugend zout of smout,
leven ende ontlyven[5] zoudt
in den Heer, dat 'k zeggen wille,
en dan gaan ten Hoogen Hille[6]
D.