De 50 gevraagde afdruksels zijn alreede ingenaaid, en veerdig om verzonden te worden maar zij zijn op mijne kamer gesloten, bij zoo verre dat de drukker er niet aan en kan om ze te verzenden. Ik zelve zal ze verzenden in 't begin van de naaste weke. Ik zal voor al het overige zorgen. Ik zal uwe twee brieven dan naar Brussel zenden, maar ik meene dat het nog noodig zoude zijn eenen brief te schrijven om de zende te Brussel aan te kondigen[1] Weest dan zoo goed ons zulk een briefken door U onderteekend toe te stieren. Nochtans hadden wij dat briefken niet wij zouden het zelve in uwen name kunnen opstellen.
Ik late U de andere stukken wederkeeren omdat Gij ze zoudet kunnen vandoene hebben tot het bekomen van het geld.
De Heeren van 't Bestier wenschen dat gij tot verder nieuws zoudet wachten, van Mr p2Dassonville te vragen voor bestierlid. Wij zullen U later daarover schrijven.
voor 't spel op het water zeggen wij hier "dopperlingen smijten" of maken.