Morgen, donderdag, verwachte ik U. Samyn komt ook.
Ik zou geheel geerne Verdam hebben.
Uwe antwoorde en voldoet mij maar half en half. Zulk fransch werk[1] en zou ik maar doen, in geval van meerder nood, met besprek dat ze 't aan niemand en zeggen, dat het niet gedrukt en worde, of ten minsten, dat het maar gedrukt en worde zonder mijnen name daarbij te zetten. Anderszins hebt ge den schijn van ook naar den name te staan van franschen Vinder! En dat is zoo kale voor een Vlaming in 't algemeen, en voor een man als gij in 't bijzonder.
Ik weet het nog zoowel: als Servaas Dirks, gestorven was, dan gaf Belfort uittreksels vanp2 's mans werken in gebonden en ongebonden rede: sommige dier stukken waren in 't fransch[2] Dat deed den afgestorvene wel tien sporten dalen in mijne achtinge, en in de achtinge van anderen aan wie ik daarover sprak.
Verhandplichten? Plichten is van duisteren oorspronge; daarbij ware 't, in de volkssprake, eensluidend met aanplichten.