<Resultaat 1717 van 2074

>

p1
Eerwaarde Collega en Vriend,

Ik spoed me om aan uw verzoek te voldoen.

In zijnen brief gedagteekend uit Boma 21sten Januari 1897 schrijft mij mijn zoon Adriaan (Dr in de Rechten en Substituut van den Procureur van den Staat):

"Ik heb de drie bundels (1) van Guido Gezelle ontvangen en dank er u zeer om. Wat mij 't meeste aanstaat zijn de "Liederen, Gezangen en Gebeden". Daar komen beschrijvingen in voor, die aangrijpend zijn van schoonheid, zooals die van den "Waterdruppel", van den "Wind", van "dien Avond en die Roze". De bundel der gelegenheidsdichten is min aantrekkelijk. In een woord G.G. is een oprechte dichter, vol schoonheden."

En in zijnen brief uit Lusambo, gedagteekend van 10den October (dien ik den 13den Xber heb

(1) De Kerkhofblommen had ik hem niet gezonden, omdat hij die vroeger reeds gelezen had.

p2

ontvangen) schrijft hij, na eenen oogslag te hebben geworpen op de brieven en pakken, welke hij dien dag zelf gekregen had, en met de gauwte, daar de boot 's anderendaags terugvaarde:

"Ik heb eene gansche vracht gazetten ontvangen, en heb in een der pakken den Tijdskrans van G. Gezelle gevonden. Ik heb er eenen oogslag op geworpen; dat is juist wat ik moest hebben, meen ik. Ik ben er u zeer dankbaar voor."

Die uittreksels hebben des te meer waarde, dat de goede jongen in de verste verte niet vermoedde, dat zij u onder de oogen zouden komen.

Vandaag zend ik u nog een paar exempl. van Broeder Jan, eene betamelijkere uitgave dan die der Academie.

Het zou mij een groot genoegen zijn, indien ik over dat gedicht uw onbewimpeld oordeel mocht lezen.

In afwachting groet ik u van harte.
D. Claes

Register

Correspondenten

NaamClaes, Désiré; Desideer, Diederik; Jan Klaes; E. Caerdistels
Datums° Neerlinter, 26/12/1836 - ✝ Namur, 07/03/1910
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; taalkundige; schrijver
BioDésiré Claes was de jongste zoon in het landbouwersgezin van Joannes Claes en Anne Marie Vanderlinden. Na zijn opleiding aan de Lagere Normaalschool in Lier werkte hij als leraar Nederlands in het Stadscollege van Tienen (1869) en in het Koninklijk Atheneum in Hasselt (1870-1880). In 1864 huwde hij Anna Brouwers uit Stokkem. Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren. Claes publiceerde geregeld handleidingen en schoolboeken om de taalzuiverheid bij zijn leerlingen te promoten en bereidde zijn leerlingen voor om deel te nemen aan taalcompetities. Daarnaast was hij actief in het verenigingsleven. Zo ondernam hij initiatieven ten voordele van de bekroonde toneelgroepen De Ware Vrienden en de Koninklijke Maatschappij Sint-Cecilia, en richtte hij in 1875 de plaatselijke Davidsfondsafdeling op. Toen de liberalen in 1880 terug in de regering kwamen, werd hij omwille van zijn Vlaamsgezindheid overgeplaatst naar het Koninklijk Atheneum van Namen, waar hij zich bleef inzetten om zijn Waalse studenten de Vlaamse taal bij te brengen. Mede door de steun van Guido Gezelle werd Claes toegelaten tot de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, in 1888 als lid en vanaf 1895 als werkend lid. Binnen dit gezelschap publiceerde hij tal van bijdragen en trad hij op als lid van verschillende commissies. Daarnaast schreef hij gedichten, toneelwerken, vertalingen en verslagen.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://www.hasel.be/claes-d%C3%A9sir%C3%A9-1836-1910
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamClaes, Désiré; Desideer, Diederik; Jan Klaes; E. Caerdistels
Datums° Neerlinter, 26/12/1836 - ✝ Namur, 07/03/1910
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; taalkundige; schrijver
BioDésiré Claes was de jongste zoon in het landbouwersgezin van Joannes Claes en Anne Marie Vanderlinden. Na zijn opleiding aan de Lagere Normaalschool in Lier werkte hij als leraar Nederlands in het Stadscollege van Tienen (1869) en in het Koninklijk Atheneum in Hasselt (1870-1880). In 1864 huwde hij Anna Brouwers uit Stokkem. Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren. Claes publiceerde geregeld handleidingen en schoolboeken om de taalzuiverheid bij zijn leerlingen te promoten en bereidde zijn leerlingen voor om deel te nemen aan taalcompetities. Daarnaast was hij actief in het verenigingsleven. Zo ondernam hij initiatieven ten voordele van de bekroonde toneelgroepen De Ware Vrienden en de Koninklijke Maatschappij Sint-Cecilia, en richtte hij in 1875 de plaatselijke Davidsfondsafdeling op. Toen de liberalen in 1880 terug in de regering kwamen, werd hij omwille van zijn Vlaamsgezindheid overgeplaatst naar het Koninklijk Atheneum van Namen, waar hij zich bleef inzetten om zijn Waalse studenten de Vlaamse taal bij te brengen. Mede door de steun van Guido Gezelle werd Claes toegelaten tot de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, in 1888 als lid en vanaf 1895 als werkend lid. Binnen dit gezelschap publiceerde hij tal van bijdragen en trad hij op als lid van verschillende commissies. Daarnaast schreef hij gedichten, toneelwerken, vertalingen en verslagen.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://www.hasel.be/claes-d%C3%A9sir%C3%A9-1836-1910

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamNamen

Naam - persoon

NaamClaes, Désiré; Desideer, Diederik; Jan Klaes; E. Caerdistels
Datums° Neerlinter, 26/12/1836 - ✝ Namur, 07/03/1910
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; taalkundige; schrijver
BioDésiré Claes was de jongste zoon in het landbouwersgezin van Joannes Claes en Anne Marie Vanderlinden. Na zijn opleiding aan de Lagere Normaalschool in Lier werkte hij als leraar Nederlands in het Stadscollege van Tienen (1869) en in het Koninklijk Atheneum in Hasselt (1870-1880). In 1864 huwde hij Anna Brouwers uit Stokkem. Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren. Claes publiceerde geregeld handleidingen en schoolboeken om de taalzuiverheid bij zijn leerlingen te promoten en bereidde zijn leerlingen voor om deel te nemen aan taalcompetities. Daarnaast was hij actief in het verenigingsleven. Zo ondernam hij initiatieven ten voordele van de bekroonde toneelgroepen De Ware Vrienden en de Koninklijke Maatschappij Sint-Cecilia, en richtte hij in 1875 de plaatselijke Davidsfondsafdeling op. Toen de liberalen in 1880 terug in de regering kwamen, werd hij omwille van zijn Vlaamsgezindheid overgeplaatst naar het Koninklijk Atheneum van Namen, waar hij zich bleef inzetten om zijn Waalse studenten de Vlaamse taal bij te brengen. Mede door de steun van Guido Gezelle werd Claes toegelaten tot de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, in 1888 als lid en vanaf 1895 als werkend lid. Binnen dit gezelschap publiceerde hij tal van bijdragen en trad hij op als lid van verschillende commissies. Daarnaast schreef hij gedichten, toneelwerken, vertalingen en verslagen.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://www.hasel.be/claes-d%C3%A9sir%C3%A9-1836-1910
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamClaes, Adrianus Ludovicus Maria
Datums° Hasselt, 31/05/1871 - ✝ Wépion, 1938
GeslachtMannelijk
Beroepkoloniaal magistraat; archeoloog; advocaat
VerblijfplaatsCongo
BioAdriaan Claes was de zoon van Anna Brouwers en de dichter Désiré Claes, correspondent van Gezelle en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie. Hij was doctor in de rechten en was o.m. werkzaam als koloniaal magistraat in Boma, Lusambo (Congo).
Bronnen https://gw.geneanet.org/janneelen?lang=nl&pz=saskia+nina&nz=neelen&p=adrianus+ludovicus+maria&n=claes

Naam - plaats

NaamNamen
NaamBoma
NaamLusambo

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelDien avond en die rooze
PublicatieGedichten, Gezangen en Gebeden (Verzameld dichtwerk, deel II), p. 117
TitelHei da, lieve dreupel water
PublicatieGedichten, Gezangen en Gebeden (Verzameld dichtwerk, deel II), p. 82
TitelHoort ' t is de wind
PublicatieGedichten, Gezangen en Gebeden (Verzameld dichtwerk, deel II), p. 84

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelKerkhofblommen (Kerkhofbloemen)
Links[gezelle.be]
TitelGedichten, gezangen en gebeden. Een schetsboek voor Vlaemsche studenten.
Links[gezelle.be]
TitelTijdkrans
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelBroeder Jan
AuteurClaes, D.
Datum1897
PlaatsGent
UitgeverSiffer
TitelBookBroeder Jan, of: De Minderbroersklokken te Sint-Truiden
AuteurClaes, Désiré
Datum1897
PlaatsMechelen
UitgeverFrantzen

Titel16/12/1897, Namen, Désiré Claes aan [Guido Gezelle]
EditeurSofie Leyts; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderClaes, Désiré
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum16/12/1897
VerzendingsplaatsNamen
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 210x132
wit, gelijnd
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6931
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12991
Inhoud
IncipitIk spoed me om aan uw verzoek
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.