<Resultaat 2064 van 2074

>

p1
Spermalie Convent

Reverend and dear Sir

Did Mr Simmons give my message to you? - I am sure the Fates are not propitious to me this visit - since you have been to see me and each time I was not at home, while the remaining 12 days I rested quietly at home in hopes of a visit from M Gezelle Well I am at home now - having cut Blankenberghe, and the russian & the German Countesses - I am very very anxious to see you for advice spiritual and temporal –p2and a leetle just a wee bit natural love of chat with a very old and valued friend besides because I am not yet a saint & detached from all & every friend now please try & come today because I have slept a wee bit better - then I want to borrow your preaching surplice[1] for half a day[2] and your Book of Fabers[3] for a little longer time for a Lady of Spermalie[4] to plead guilty to having stolen unintentionally one of your Books and to tell you some and a great deal of news - Now please dont be cross & frigidp3& send me to the little Bear, which is I believe near the North pole - because I am ill - and a little nervous & timid in spite of all my apparent gaiety - for I have had an attack of scrupulosity as well as an attack of the nerves - If you could spare your Surplice[5] to send by the Bearer it shall be returned in a few hours after we have taken the Pattern for me to work another -

With Kindest regards
believe me ever yours Truly in Christ
Jemima Hazeland

Send word when you will come at what time but come today

Noten

[1] Koorhemd, superplie.
[2] Jemima maakte religieuze kledij, mogelijk als bijverdienste. In haar brief van xx/02?/1861 aan G. Gezelle, toen ze nog in de Sint-Jacobstraat woonde, vroeg ze ook al eens om zijn koorhemd te lenen.
[3] Jemima verwijst naar een boek van Frederick William Faber, een bekende Engelse hymneschrijver en theoloog. Faber bekeerde zich in 1845, net als Jemima in 1850, tot het katholicisme. Zijn bekendste hymne is ”Faith of Our Fathers”.
[4] Een van de vrouwen die er op kamers verbleven zoals Jemima.
[5] Jemima maakte religieuze kledij, mogelijk als bijverdienste.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefschrijver

NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamFaber, Frederick William
Datums° Caverley, 28/06/1814 - ✝ Londen, 26/09/1863
GeslachtMannelijk
Beroeprector; theoloog
VerblijfplaatsEngeland
BioFrederick William Faber werd geboren in Calverley, Yorkshire op 28 juni 1814 uit een Hugenootse familie met Calvinistische geloofsovertuiging. Na zijn middelbare studies ging hij in 1832 naar het Ballioll College van de universiteit van Oxford en twee jaar later naar het University College waar hij afstudeerde. Hij kwam er in contact met het anglo-katholicisme en de Oxford-beweging en werd een enthousiast volgeling van John Henry Newman. In 1839 werd hij gewijd in de Church of England en even later rector in een kerk in Elton. In 1845 tenslotte voegde hij zich, samen met een groep getrouwen, bij de Rooms-katholieke kerk en vestigde zich in Birmingham. Zoals Newman voelde hij zich aangetrokken tot het Oratorium van St. Philip Neri en verhuisde naar Bromton, Londen om er een eigen Oratorium te leiden. Ondanks zijn zwakke gezondheid bleef hij veel prediken en publiceerde hij talrijke hymnen en theologische werken, o.m. over de Maria-devotie. Hij overleed er op 26 november 1863.
Links[wikipedia]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamSimoens, Leo Joannes
Datums° Tielt, 06/07/1833 - ✝ Helkijn, 07/08/1909
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onerpastoor; pastoor
BioLeo Simoens werd geboren in Tielt op 6 juli 1833 als zoon van Petrus en Francisca Misselis. Hij ontving zijn priesterwijding op 19 maart 1859 te Brugge. In het jaar 1860 begon hij als leraar aan de stom-dovenschool te Brugge. Hij werd onderpastoor op 28 december 1869 te Dranouter, op 26 januari 1874 te Merkem en op 11 oktober 1876 te Moorsele. Vervolgens werd hij op 1 augustus 1888 aangesteld als pastoor van Booitshoeke en op 30 december 1896 te Helkijn. Hij overleed in Helkijn op 7 augustus 1909.
Links[odis]

Naam - plaats

NaamBlankenberge
GemeenteBlankenberge

Naam - instituut/vereniging

NaamZusters van de Kindsheid van Maria ter Spermalie
BeschrijvingIn 1836 stichtte kanunnik Charles Carton een school waar aangepast onderwijs werd gegeven aan blinde en dove kinderen. De school was ondergebracht in het voormalige jezuïetencollege aan de Spiegelrei 13 te Brugge. De zorg voor de kinderen werd toevertrouwd aan de daartoe nieuw opgerichte Congregatie van de Zusters van de Kindsheid van Maria, waarvan de eersten werden geprofest in 1838. In 1940 kocht Carton de voormalige abdij van Spermalie in de Snaggaardstraat te Brugge (nu vzw De Kade). Hierin vestigde hij in 1842 een meisjespensionaat en de eerste kleuterschool van Brugge. Om extra inkomsten te genereren, werd er tevens een rusthuis voor oudere dames geopend. In 1862 kon het instituut uitbreiden dankzij het verwerven van aanpalende gronden tussen Lang Gotje en Oliebaan. Daardoor verhuisde in 1868 het doven- en blindeninstituut eveneens naar de Snaggaardstraat. Toch bleef ook de vestiging in de Spiegelrei bestaan, en had deze tot 1880 zelfs een eigen overste. In 1952 sloot de kleuter- en lagere school de deuren, en werd de Hotelschool Spermalie geopend. Het meisjespensionaat hield op te bestaan in 1957, en in 1968 werd de V.Z.W. Gehoor- en Spraakrevalidatiecentrum opgericht.
Datering1836-heden
Links[odis]

Titel[08/02/1861 t.p.q. - xx/09/1861 t.a.q.], Brugge, [Jemima Stroud] (= mevrouw Jemima Hazeland) aan [Guido Gezelle]
EditeurIda De Boodt; Amber Sonck; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Stroud, Jemima]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[08/02/1861 t.p.q. - xx/09/1861 t.a.q.]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieT;p.q. en t.a.q. gereconstrueerd op basis van de brieftekst: t.p.q. na vertrek van Leadbitter als biechtvader op 08/02/1861, t.a.q. voor vertrek naar Frankrijk in september 1861; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.223-224
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 210x130
blauw
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7271
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13658
Inhoud
IncipitDid Mr Simmons
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.