<Resultaat 2175 van 2307

>

p1
Monsieur le Vicaire

Je prends la respectueuse liberté de recommander à votre amabilité Mme Locks & son amie. Mme Locks est une veuve qui a beaucoup d’enfants & désire s’établir à Bruges afin de pouvoir leur donner une éducation catholique.

Vos conseils leur seront d’une grande utilité &p2éliciteront une reconnaissance bien sincère de la part de votre humble serviteur

L. Pycke[1]
A
Mons. L’abbé Gezelle.

NB Mme Locks appartient à une excellente famille catholique. Mme Sanderson est protestante, tachez de la convertir. Avez-vous reçu the London illustrated news? Je l’ai payé & vous ai envoyé la quittance, je doute si vous l’avez recu

Le même

Noten

[1] Er bestaan twee L. Pyckes, Leo en Leopold, uit hetzelfde geboortedorp en met een gelijkaardige levensloop. Leopold geniet de voorkeur aangezien hij begaan was met het probleem van de emigratie van arme Engelsen en Ieren. The Tablet van 12 februari 1870 vermeldt zijn engagement op dat vlak.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamPycke, Leopold
Datums° Sint-Kornelis-Horebeke, 22/08/1839 - ✝ Highbury (Londen), 31/03/1921
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris; ere-kanunnik
VerblijfplaatsEngeland
BioLeopold Pycke was de zoon van Josephus Pycke (Sint-Kornelis-Horebeke, 1789-1868) en Sophie De La Croix (Sint-Maria-Horebeke, 1801 – Sint-Kornelis-Horebeke, 1879). Hij studeerde aan het kleinseminarie te Sint-Niklaas. Op 7 oktober 1861 startte hij zijn opleiding aan het Engels Seminarie te Brugge. Hij ontving op 18 december 1862 de tonsuur en op 4 juni 1863 de lagere orden. Hij werd subdiaken op 19 december 1863, diaken op 2 juli 1864 en priester op 17 december 1864 met toewijzing aan kardinaal Wiseman. Hij verliet het Engels seminarie op 23 december 1864 om missionaris te worden in Engeland, waar hij werkzaam was als priester in katholieke kerken te Londen. Hij werkte aan de Church of the Holy Family, Great Saffron-Hill (1865-1868) en aan St. Mary’s and St. Michael’s, Commercial Road East (1868-1880). Hij was er betrokken bij de emigratie van arme Britse gezinnen om wie hij zich bekommerde (The Tablet, 12 februari 1870). Verder was hij er ook de stichter van een Choral Society verbonden aan de kerk (The Tablet, 22 april 1871). In 1876 stichtte hij een zeer succesvolle afdeling van de Confraternity of the Holy Family. Van 1880 tot 1907 werkte hij aan de kerk St. John the Evangelist te Islington. Door zijn toedoen werd er omstreeks 1880 een neogotische kruisweg gehangen. Verder werd hij genaturaliseerd tot Brits staatsburger in 1886, ridder in de Leopoldsorde eind 1889 en ere-kanunnik van Westminster in 1895. Hij was bevriend met kardinaal Bourne. In 1907 ging hij met pensioen en vestigde zich in Kelross Road, 14 te Highbury waar hij ook stierf in maart 1921. Hij werd begraven op de St. Mary’s Cemetery te Kensal Green. In de Sint-Jozefkapel in de kerk van St. John the Evangelist in Islington werd een herdenkingsplaat ter ere van hem aangebracht.
Relatie tot GezelleEngels Seminarie; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873 : a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.50

Briefschrijver

NaamPycke, Leopold
Datums° Sint-Kornelis-Horebeke, 22/08/1839 - ✝ Highbury (Londen), 31/03/1921
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris; ere-kanunnik
VerblijfplaatsEngeland
BioLeopold Pycke was de zoon van Josephus Pycke (Sint-Kornelis-Horebeke, 1789-1868) en Sophie De La Croix (Sint-Maria-Horebeke, 1801 – Sint-Kornelis-Horebeke, 1879). Hij studeerde aan het kleinseminarie te Sint-Niklaas. Op 7 oktober 1861 startte hij zijn opleiding aan het Engels Seminarie te Brugge. Hij ontving op 18 december 1862 de tonsuur en op 4 juni 1863 de lagere orden. Hij werd subdiaken op 19 december 1863, diaken op 2 juli 1864 en priester op 17 december 1864 met toewijzing aan kardinaal Wiseman. Hij verliet het Engels seminarie op 23 december 1864 om missionaris te worden in Engeland, waar hij werkzaam was als priester in katholieke kerken te Londen. Hij werkte aan de Church of the Holy Family, Great Saffron-Hill (1865-1868) en aan St. Mary’s and St. Michael’s, Commercial Road East (1868-1880). Hij was er betrokken bij de emigratie van arme Britse gezinnen om wie hij zich bekommerde (The Tablet, 12 februari 1870). Verder was hij er ook de stichter van een Choral Society verbonden aan de kerk (The Tablet, 22 april 1871). In 1876 stichtte hij een zeer succesvolle afdeling van de Confraternity of the Holy Family. Van 1880 tot 1907 werkte hij aan de kerk St. John the Evangelist te Islington. Door zijn toedoen werd er omstreeks 1880 een neogotische kruisweg gehangen. Verder werd hij genaturaliseerd tot Brits staatsburger in 1886, ridder in de Leopoldsorde eind 1889 en ere-kanunnik van Westminster in 1895. Hij was bevriend met kardinaal Bourne. In 1907 ging hij met pensioen en vestigde zich in Kelross Road, 14 te Highbury waar hij ook stierf in maart 1921. Hij werd begraven op de St. Mary’s Cemetery te Kensal Green. In de Sint-Jozefkapel in de kerk van St. John the Evangelist in Islington werd een herdenkingsplaat ter ere van hem aangebracht.
Relatie tot GezelleEngels Seminarie; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873 : a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.50

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLonden

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamPycke, Leopold
Datums° Sint-Kornelis-Horebeke, 22/08/1839 - ✝ Highbury (Londen), 31/03/1921
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris; ere-kanunnik
VerblijfplaatsEngeland
BioLeopold Pycke was de zoon van Josephus Pycke (Sint-Kornelis-Horebeke, 1789-1868) en Sophie De La Croix (Sint-Maria-Horebeke, 1801 – Sint-Kornelis-Horebeke, 1879). Hij studeerde aan het kleinseminarie te Sint-Niklaas. Op 7 oktober 1861 startte hij zijn opleiding aan het Engels Seminarie te Brugge. Hij ontving op 18 december 1862 de tonsuur en op 4 juni 1863 de lagere orden. Hij werd subdiaken op 19 december 1863, diaken op 2 juli 1864 en priester op 17 december 1864 met toewijzing aan kardinaal Wiseman. Hij verliet het Engels seminarie op 23 december 1864 om missionaris te worden in Engeland, waar hij werkzaam was als priester in katholieke kerken te Londen. Hij werkte aan de Church of the Holy Family, Great Saffron-Hill (1865-1868) en aan St. Mary’s and St. Michael’s, Commercial Road East (1868-1880). Hij was er betrokken bij de emigratie van arme Britse gezinnen om wie hij zich bekommerde (The Tablet, 12 februari 1870). Verder was hij er ook de stichter van een Choral Society verbonden aan de kerk (The Tablet, 22 april 1871). In 1876 stichtte hij een zeer succesvolle afdeling van de Confraternity of the Holy Family. Van 1880 tot 1907 werkte hij aan de kerk St. John the Evangelist te Islington. Door zijn toedoen werd er omstreeks 1880 een neogotische kruisweg gehangen. Verder werd hij genaturaliseerd tot Brits staatsburger in 1886, ridder in de Leopoldsorde eind 1889 en ere-kanunnik van Westminster in 1895. Hij was bevriend met kardinaal Bourne. In 1907 ging hij met pensioen en vestigde zich in Kelross Road, 14 te Highbury waar hij ook stierf in maart 1921. Hij werd begraven op de St. Mary’s Cemetery te Kensal Green. In de Sint-Jozefkapel in de kerk van St. John the Evangelist in Islington werd een herdenkingsplaat ter ere van hem aangebracht.
Relatie tot GezelleEngels Seminarie; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873 : a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.50
NaamLocks
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioEngelse weduwe uit een katholieke familie met vele kinderen die zich via bemiddeling van Leopold Pycke en Guido Gezelle, samen met haar vriendin Sanderson, in Brugge wenste te vestigen om haar kinderen een katholieke opvoeding te geven.
NaamSanderson
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioEngelse protestantse vrouw die zich wenste te bekeren tot het katholicisme en zich via bemiddeling van Leopold Pycke en Guido Gezelle samen met haar vriendin, de weduwe Locks, in Brugge wenste te vestigen.
NaamPycke, Leo
Datums° Sint-Kornelis-Horebeke, 08/05/1832 - ✝ Gent, 24/08/1901
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris; onderpastoor; directeur; pastoor
VerblijfplaatsEngeland
BioLeo Pycke was de zoon van Charles Louis Pycke (Mater, ? – Sint-Kornelis-Horebeke, 1868) en Antonia De La Croix (Sint-Kornelis-Horebeke, 1798-1856). Hij was de broer van Vital Pycke. Hij ontving zijn priesterwijding op 02/06/1860. Hij startte aan het Engels Seminarie te Brugge op 11/02/1861. Westminster was zijn voorziene diocees en hij vertrok op 31/01/1861 om missionaris in Engeland te worden. Hij was er priester in de katholiek kerk van St. Mary’s, Bloomfield-street, Moorfields te Londen (1861-1871) en woonde zelf op een bepaald moment in Finsbury-Circus 22, Moorfields, Londen. De kerk was door kardinaal Wiseman uitgeroepen tot tijdelijke kathedraal. Men kon er bij hem in het Nederlands en het Frans biechten. Vanaf 20/04/1871 was hij onderpastoor te Sint-Martens-Latem. Vervolgens werd hij directeur bij de Engelse Dominicanessen in Melle (05/09/1871) en te Zele bij de zusters van Onze-Lieve-Vrouw (18/08/1875). Hij nam er ontslag op 23/12/1875 en werd pastoor te Wortegem (15/12/1880) en te Gent (19/01/1885). Toen hij pastoor was van Wortegem schreef Guido Gezelle het gedicht ‘Het snuisteren is uw ambt’ om hem te steunen in zijn strijd tegen een liberale familie.
Links[odis]
Relatie tot GezelleEngels Seminarie; gelegenheidsgedicht
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamBergen

Titel - ander werk

TitelThe Illustrated London News (periodiek)
AuteurHerbert Ingram; William & Charles Ingram
Datum1842-2003
PlaatsLonden
UitgeverIllustrated London News Group
Links[wikipedia]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Pycke, Leopold

Correspondenten

Gezelle, Guido
Pycke, Leopold

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Pycke, Leopold
Locks
Sanderson
Pycke, Leo

Naam - plaats

Brugge
Bergen

Plaats van verzending

Londen

Titel - ander werk

The Illustrated London News

Titel[12/10/1865 t.p.q.-xx/xx/1872 t.a.q.], [Londen], Leopold Pycke aan Guido Gezelle
EditeurLouise Snauwaert; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderPycke, Leopold
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum[12/10/1865 t.p.q.-xx/xx/1872 t.a.q.]
VerzendingsplaatsLonden
AnnotatiePlaats, t.p.q. en t.a.q. gereconstrueerd op basis van de briefinhoud: t.p.q.:aanspreking Gezelle als vicaire: onderpastoor vanaf 12/10/1865; t.a.q.: voor vertrek van Gezelle uit Brugge; Pycke was bezig met Engelse emigranten.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 212x136
blauw, gelijnd
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijde 3 met adressaat, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7661
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14020
Inhoud
IncipitJe prends la respec-
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.