Sint Niklaas den 26 Aug. 1892
Beste Meester
Als blyk myner genegenheid zend ik U het werk dezer dagen, met toelating het in Biekorf[1] te laten zetten na dat het volgens uwe bemerkingen zal overzien zyn.
Ik ben weinig genegen voor klinkdichten. Doch ik heb willen een proef doen met een onderwerp dat my sedert lang in ‘t gedacht zweefde en dat my bezonder goed voor een klinkdicht geschikt scheen. Indien ik niet meer in Biekorf schryf komt het hier uit voort.
De laatste maal dat ik het deed vroeg ik om eenige afzonderlyke afdruksels te krygen gevals mij Belfort altyd geeft.
Ik heb ze gekregen ja, maar ik heb er zoodanig moeten op
p2aandringen dat ik weinig goeste had om te herbeginnen.
Ik hoop dat zulks in 't toekomende geenen last en zal lyden.
Intusschen groet ik U.E. vriendelyk.
A.J.M. Janssens