Wees zoo goed te laten drukken op den omslag van Loquela: Eene goedkoope uitgave van Karel de Gheldere's Landliederen is verschenen en verkrijgbaar aan fr. 1.50 bij Edw. Galliard, ouden burgstraat, 6, Brugge.[1]
Er is hier te Couckelaere een dijk die de wulfhaartdijk heet.
Dommekul = dommekop.
Kollen zegt Terwen (die ik u dezer dagen zal weêrbrengen) is doodslaan op den kop, van daar kol = de blesse op den kop der peerden en van daar 't engelsch colt = veulen, zoo als wij eene bles voor 't gansche peerd zeggen.
In den Dictionnaire universel des sciènces, des lettres & des arts
p2van Bouillet, Paris, Hachette 1880
frelatage (de frelater; du flamand verlaten, transvaser)[2]
Terwen verlaat: sluis, waardoor men water en schepen laat; bij Kiliaen een kleiner vogelhok, dat door een deurtje gemeenschap met een grooter heeft.
De jagers zeggen tegen de pooten van een haze de loopers, is dat de loopen niet misschien. Ze zeggen (par parenthèse) tegen de ooren de lepels en tegen den steert de pluime[3]
In den Dictionnaire de Trévoux frelaté adulterinus, translatitius