<Resultaat 594 van 2349

>

p1
Mijn weerde Heer & vriend

Zende u brief van Pastor Duvillers, alias meester Lieven. ‘t staat een P.S. bij die u betreft![1] t Gene hem gebeurd is dat is mij voorengevallen als ik Vader[2] zelve hoorde zijn processie lezen.

Hierbij twee van uwe zenden met verzoek van naderen uitleg; van beurzen op beurzen en versta ik niets.[3]

Loquela trekt goed[4]

Uwen lange Michiel (= Woden)[5] die te peerde van de eene mote op de andere springt is kostelijk; vindt gij nog meer daarvan niets achter wege te laten. S. Niklaai (= iterum[6] Woden) springt, ook te peerde, van de een kave[7] op de andere.

De nacht tusschen Meiavond en Meidag, Meinacht was eertijds Vrijen nacht en de 12 dagen daarna de zomertwaalven gelijk 12 dagen na Joel tot 13 dag de wintertwaalve

Ulieden in Christo -

Noten

[1] Het gedicht De Processie op H. Sacramentsdag verscheen in: Rond den Heerd: 16 (19 Juni 1881) 30, p.233-236. Constant Duvillers schreef zijn reactie in een ongedateerde brief aan G. Gezelle, die hem doorstuurde aan Karel De Gheldere: “P.S. De complimenten aan Karel de Gheldere. De Processie op H. Sacramentsdag, c’est vrai, c’est beau, c’est sublime; ça m’a fait répandre des larmes. C. Duvillers”. Het citaat en Gezelles commentaar werden opgenomen in Landliederen, p.136-137.
[2] Waarschijnlijk wordt met ”vader” Karel De Gheldere bedoeld, die het in het gedicht heeft over het optreden van zijn zoon Charles (1873-1953) in de processie. De gepubliceerde versie in Landliederen, p.137 luidt: ”dat is mij voorengevallen als ik u heb hooren de Processie lezen.”
[4] Loquela was pas opgestart in mei 1881. Karel De Gheldere ondertekende mee het prospectus.
[5] Wodan.
[6] Nogmaals.
[7] Schoorsteen.

Register

Correspondenten

NaamDe Gheldere, Karel
Datums° Torhout, 18/08/1839 - ✝ Koekelare, 17/07/1913
GeslachtMannelijk
Beroeparts; dichter
BioKarel De Gheldere was een oud-leerling van Gezelle te Roeselare (poësis 1858-1859). Gezelle schreef een aantal gedichten voor hem waaronder 'Tranen' en ‘Zoo welkom als de bie’ (1859). Na zijn retorica (1859-augustus 1860) volgde De Gheldere een korte periode filosofie aan het kleinseminarie in het schooljaar 1860-1861 met het oog op het priesterschap. Hij verzaakte evenwel aan een priesterroeping en studeerde vanaf januari 1861 geneeskunde te Leuven, waar hij in 1865 met onderscheiding afstudeerde. Hij vestigde zich als arts in Koekelare. Hij was een levenslange vriend van Gezelle, die een aantal van zijn gedichten aan hem heeft opgedragen. Zelf publiceerde hij de dichtbundels Jongelingsgedichten (1861), Landliederen (1883) en Rozeliederen (1893). In de Landliederen komt een wisselgedicht met Gezelle op de nachtegaal voor. Hij was corresponderend (1889) en werkend lid (1892) van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; zanter (WDT); lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; gedichten
BronnenH. Verriest, Twintig Vlaamsche koppen. Leuven, 19234, p.30-49; R. Seys, De dichter van de rozen. Koekelare. 1958 R. Seys, Dr. Karel de Gheldere. Wat land- en rozeliederen. In: VWS-Cahiers: 2 (1967) 8.
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamDe Gheldere, Karel
Datums° Torhout, 18/08/1839 - ✝ Koekelare, 17/07/1913
GeslachtMannelijk
Beroeparts; dichter
BioKarel De Gheldere was een oud-leerling van Gezelle te Roeselare (poësis 1858-1859). Gezelle schreef een aantal gedichten voor hem waaronder 'Tranen' en ‘Zoo welkom als de bie’ (1859). Na zijn retorica (1859-augustus 1860) volgde De Gheldere een korte periode filosofie aan het kleinseminarie in het schooljaar 1860-1861 met het oog op het priesterschap. Hij verzaakte evenwel aan een priesterroeping en studeerde vanaf januari 1861 geneeskunde te Leuven, waar hij in 1865 met onderscheiding afstudeerde. Hij vestigde zich als arts in Koekelare. Hij was een levenslange vriend van Gezelle, die een aantal van zijn gedichten aan hem heeft opgedragen. Zelf publiceerde hij de dichtbundels Jongelingsgedichten (1861), Landliederen (1883) en Rozeliederen (1893). In de Landliederen komt een wisselgedicht met Gezelle op de nachtegaal voor. Hij was corresponderend (1889) en werkend lid (1892) van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; zanter (WDT); lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; gedichten
BronnenH. Verriest, Twintig Vlaamsche koppen. Leuven, 19234, p.30-49; R. Seys, De dichter van de rozen. Koekelare. 1958 R. Seys, Dr. Karel de Gheldere. Wat land- en rozeliederen. In: VWS-Cahiers: 2 (1967) 8.

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamDuvillers, Constant Fidelis; Meester Lieven (pseudoniem)
Datums° Avelgem, 01/08/1803 - ✝ Woubrechtegem, 14/03/1885
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; leraar; pastoor; folklorist; auteur
BioDuvillers ontving op 06/07/1828 zijn priesterwijding te Doornik. Hij werd coadjutor te Wondelgem (01/1829), leraar aan het kleinseminarie van Sint-Niklaas (19/01/1830), pastoor te Middelburg (19/09/1826) en pastoor te Woubrechtegem (14/10/1854). Als auteur schreef hij politieke gedichten in "De Standaerd van Vlaenderen" en ander sociaal geëngageerd werk. Hij was de uitgever van de "Almanak van 't Meetjesland" onder het pseudoniem Meester Lieven (1859-1885).
Links[odis], [dbnl]
BronnenHoe kreeg het Meetjesland zijn naam?. In: Biekorf: 96 (1996), p.298 ev.
NaamDe Gheldere, Charles Alexandre
Datums° Brugge (Sint-Pieters), 08/12/1812 - ✝ Torhout, 02/04/1884
GeslachtMannelijk
Beroephandelaar
BioCharles De Gheldere behoorde tot een oude notabele familie uit Brugge. Hij huwde op 9 augustus 1836 met Louise Ossieur. Ze hadden zeven kinderen waaronder Karel De Gheldere.

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelLandliederen: gedichten
AuteurDe Gheldere, Karel
Datum1883
PlaatsBrugge
UitgeverEdward Gailliard

Indextermen

Briefontvanger

De Gheldere, Karel

Briefschrijver

Gezelle, Guido

Correspondenten

De Gheldere, Karel
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Duvillers, Constant Fidelis
De Gheldere, Charles Alexandre

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel - ander werk

Landliederen: gedichten

Titel - werk van Guido Gezelle

Loquela

Titelxx/[06/1881], [Kortrijk], [Guido Gezelle] aan Karel De Gheldere
EditeurKoen Calis
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Guido]
OntvangerDe Gheldere, Karel
Verzendingsdatumxx/[06/1881]
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van het handschrift; datum gereconstrueerd op basis van de briefinhoud: publicatie gedicht sacramentsprocessie in Rond den Heerd 19 juni 1881.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 209x136
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijden 1 en 4 bedrukt, purperen inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden zijden 1 en 4: bedrukt formulier: Jurisprudence générale
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief8614
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16278
Inhoud
IncipitZende u brief van Pastor
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.