<Resultaat 531 van 2074

>

p1
Beminden Broeder,

Van gisteren-avond al heb ik gevraagd, aan Sr. Philomene, die nen eersten vlaming[1] is, achter de roo zee. Zij heeft er vele van hooren spreken tot Zarren van de kinders die ook van alle soorten van tooveressen vertelden. Zij peist dat die roode zee moet gelegen zijn ten oosten van Eessen tegen Wercken op een gehuchte genoemd Baarsdamme of Boosdamme:[2] zij zegt dat de barze tot daar plochte te komen en zeker nu nog komt. Er is daar eene beke de krekelbeke genoemd die naar den Yser loopt.[3] Masœur Philomene zegt dat er daar eenen ader van de zee ligt en dat het daarom is dat de menschen daar zoo benauwd zijn van de overstroomingen omdat zij peizen dat de zee daar eens zal deure breken. Gij zoudt ne keer met Sr. Philomene moeten komen klappen zij kent zoo veel oude spreuken en weet zoo vele oude historien

p2en zij klapt zoo geern met ware vlamingen.

Hierbij eenige vlaamsche spreuken van Sr Philomène ik peize dat het alzoo is dat ik ze moete opschrijven. is het niet wel alzoo zeg het.

Moeder wenscht u eenen zaligen feestdag en zij vraagt of gij die duitsche niet ne keer en zoudt zenden voor vrijdag om mij ne keer te bezoeken

Als ik weder tot Eessen ben zal ik trachten geheel de historie van de roo zee te zoeken en op te schrijven

hierbij Sr Michiels brief in afwachting van antwoord

Uwe zuster
Sr Colombe

Masœur Philomene zegt mij nu dat zij niet peist dat de roo zee tot baarsdamme komt maar zij zal het trachten te achterhalen geheel in het korte waar die zee gelegen is maar al de reste dat ik zegge van die streke is waar

Noten

[1] Een echte, ware, overtuigde Vlaming.
[2] Barsdamme, ook wel Barouds damme, Barisdam, Baersdamme, Baesdamme en Barsdam genoemd, was een gebied tussen de dorpskernen van Werken en Zarren (Kortemark). De naam kwam reeds in de 14e eeuw voor en bleef in gebruik tot zeker 1836.
[3] De Krekelbeek is een deel van de Handzamevaart, die op haar beurt van Torhout tot Diksmuide stroomt, alwaar ze in de IJzer uitmondt. Tussen Kortemark en Handzame heet dit riviertje ’Krekelbeek’.
roo/zee

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamNyffels, Virginie; Niffels, Virginie; Augustine (Zuster) (Moeder)
Datums° Bissegem, 08/03/1825 - ✝ Heule, 12/05/1900
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioVirginie Nyffels werd geboren te Bissegem op 8 maart 1825 als enige dochter van werkman Eugenius Ludovicus Nyffels (Bissegem, 08/01/1788 - Bissegem, 07/10/1826) en zijn tweede vrouw Martina Coleta Messiaen (°Gullegem, 30/01/1795). Virginie trad toe tot het klooster van de zusters van Liefde te Heule op 15 februari 1844 en werd er geprofest op 7 juli 1845. Haar kloosternaam was zuster en later moeder Augustine. Ze werd algemeen overste van de Zusters van Liefde van Heule op 19 mei 1864 tot aan haar overlijden. Ze vierde haar zilveren jubileum op 20 mei 1889 en haar gouden jubileum als kloosterzuster op 7 juli 1895. Bij diverse vieringen schreef Guido Gezelle gelegenheidsgedichten o.a. 'Nunnekes, nunnekes, zwart ende wit' (1895). De contacten kwamen er via Gezelles zus Florence, die ook kloosterzuster was bij de Zusters van Liefde. Moeder Augustine kreeg een burgerlijk ereteken 1ste klas op 21 december 1899. Ze stierf te Heule op 12 mei 1900.
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedichten
BronnenRijksarchief; https://nl.geneanet.org/;
NaamDe Myttenaere, Pauline; Zuster Marie-Philomene
Datums° Heule, 02/10/1829 - ✝ Heule, 08/08/1906
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioPauline Justine De Myttenaere werd geboren op 2 oktober 1829 te Heule als dochter van koster Ivo Eugeen De Myttenaere (1790-1868) en Anne Catherine Verhaeghe (1805-1888). Ze trad binnen in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule op 26 oktober 1847 en werd er geprofest op 5 februari 1850. Op 17 september 1897 werd ze onder-moeder overste en moeder-overste op 17 juni 1900 tot aan haar overlijden. Ze overleed op 8 augustus 1906 in Heule na een kortstondige ziekte.
BronnenGeneanet; Beeldbank Kortrijk; Rijksarchief; doodsbrief

Naam - plaats

NaamEsen
GemeenteDiksmuide
NaamHeule
GemeenteKortrijk
NaamWerken
GemeenteKortemark
NaamZarren
GemeenteKortemark

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Correspondenten

Gezelle, Guido

Naam - persoon

onbekend
Nyffels, Virginie
De Myttenaere, Pauline

Naam - plaats

Esen
Heule
Werken
Zarren

Plaats van verzending

Heule

Titel11/09/1881, Heule, [Florence Gezelle] (= Zuster Colombe) aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Florence]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum11/09/1881
VerzendingsplaatsHeule (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; Florence Gezelle = Zuster Colombe.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt en potlood
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de zijrand: taalkundige notities: roo / zee (purperen inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, roo zee
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16759
Inhoud
IncipitVan gisteren avond al
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.