Danke u van herten voor uwen goeden en zoo vriendelijken brief, nog nooit en is mij uw schrijven zoo welkom geweest als van den avond, 29 Mei, avond mijner terugkomste uit vlaamsch Vrankrijk, waar ik twee volle dagen verbleven hebbe. Ik was er naartoe gereisd met het opzet om in dat mij onbekend land de grondsteenen te leggen van een bladtje, dat ik geheeten hebbe ons oud vlaemsch en dat zou, kan alles meêslaan, de Loquela zijn van de fransch vlamingen. Ik heb twee mannen gevonden,[1] geboren Bellenaers, echte wel geleerde fransch vlamingen, die het werk met raad en daad gaan ondersteunen. Te woont een jonge drukker, die waarschijnelijk zal de uitgever zijn. Beyaert zal 't drukken, en in eenen pak naar Belle zenden en van daar gaat het pogen rondom bane te breken. Belle woont een jonge drukker, die waarschijnelijk zal de uitgever zijn. Beyaert zal 't drukken, en in eenen pak naar Belle zenden en van daar gaat het pogen rondom bane te breken.p2't Is of het zal 't eerste vlaamsch bladtje zijn sedert God weet hoe veel jaren dat in Vrankrijk in de tale der fransch vlamingen verschijnt. Het bladtje en zal van niet anders handelen als van 't fransch vlaamsche volk, voor zoo vele het door zijn tale waarneembaar of besefbaar is. Tot nu toe was de fransch vlaamsche beweginge onder de geleerden gebleven en daar was weer gehandeld geweest in het fransch. Geen woord fransch en zal mijn bladtje besmetten. De vrienden die 'k gesproken hebbe voorspellen mij goeden uitval. Den eersten N° zal ik u zenden eer hij openbaar wordt en zal hem zoo zien in te richten dat gij oordeelen moget wat ik in den zin hebbe. Bidde om uwen raad, uw oordeel, uwe hulpe. Wilt gij spreken tot dat eenvoudig oud krachtig vlaamsch volk, gij hebt de keure de weg staat u open. Zelfs, ware 't dat u de tijd ontbrake spreken zal mijn Johan Winkler, daar, in Vrankrijk, tusschen de leemen wanden p3der fransche Vlamingen, want ik heb uw dialecticon, en daarvan zal ik bij kleene teugskes hun opdienen. 't gene de fransch vlamingen betreft wat zijn me die kerels anti hollandsch, anti nieuw belgische boekenvlaamsch, wat zijn ze vlaamsch in een woord. Wil ik mijn bladtjen overal doen buiten steken[2] ik en moet maar aa schrijven! Daar en ontbrak aan het geluk mijner kleene reize maar een dingen! Gij en waart daar niet! Wat en zoudt Gij niet genoten hebben of beter wat en zouden wij niet genoten hebben waart gij daar geweest! 't zijn echte Friesen, en zegge niet van oorsprong, daar over zult gij oordeelen, maar van taaie en welberaden weêrspannigheid. Een vreemde, die in de kerke te Vleteren met de schale voor den armen, (voor de sjchamel mensjchen) omgaat heeft beginnen Merci! zeggen in stee van God zal 't je loon' en hij is blijven steken; 't en heeft niet gelukt, 't volk en wilde niet, p4't volk en gaf niet meer.
Ik verblijde mij dat gij mijn drie opgevischte koeken wilt aanveerden, en dat ze u onopgeten toegekomen zijn. Houdt ze an 't je b'lieft te mijnder indachtigheid, en God vorder je der mei! De onderrooide woorden zijn fransch vlaamsch en hebbe ik vandage nog gehoord.
Mijn vrouwenspiegelzaad en doet geen beter kunsten als de uwe, gelukkig dat ik het moederplantje, het oorspronkelijke, met eerde en al heb uitgedolven; 't moertje is dood maar de zaadtjes die 'k hem niet genomen en hebbe en die 't zelve rond zijnen voet gezaaid heeft staan feerdig[3] en groene tot[4] Mr Verriestens. Dank u voor 't gene gij schrijft over Loquela en voor uwe zeer kostelijke bijdrage daartoe. Alderbest gekomen![5]
Ik moet staken om in ' t korte her te beginnen en nog dit en dat op uwe brieven te antwoorden. Ik ben verlaan[6] lijk de panne te vastenavond.[7] Ik heb uwe hulpe en uw bezoek beloofd aan de vlaamsche Franschen.
Zullen wij ‘t leven om te geen wij hopen van dien kant te bewerken en te zien[8] ja mijn beste, God geve 't!
p.s. Bierdrinkers[9] en plaatsnamen zeer dankbaar ontvangen !