<>

1915-05-01 (1 bericht)

> | Zaterdag 1 mei '15.
Het nieuws is sedert dagen verspreid, dat duizenden en duizenden Duitschers in den omtrek van den Kemmelberg in de lucht gesprongen zijn, door het werpen van bommen op een plaats, waar ze zelf mijnen hadden gelegd. Te Roeselare en te Deinze ligt alles vol gekwetsten, niet in de verplegingslokalen alleen, maar ook bij de burgers.
Ik schrijf, wat ik herhaaldelijk verneem. Onmogelijk te weten, of het waar is. De kranten mogen niets melden daarover. De "Bien public" is geschorst, tijdelijk of voor immer?
Wat in feit bestaat is, dat de treinen met verwonden talrijk zijn. Niemand mag in een tusschenstation gaan noch in bureelen. Alles verheimelijken is echter onmogelijk. Op den doortocht kunnen de bewoners uit hun vensters kijken. Ze zien treinen, waar het bloed langs de wanden druipt; ze rieken een stank, die een zakdoek voor den neus doet houden.
Op den Zwijnaardschen Steenweg is er een onbetalende jongensschool. Dicht daartegen loopt een spoorbaan. De kinderen zien van op de speelplaats de treinen sleepend-traag voorbijrijden; aan de raamtjes omwonden hoofden, bleeke spookgezichten — en ook zij zien bloed langs de treden afdruipen...
Een Duitsch officier, die lang hier in een burgershuis verbleef, eindelijk naar den IJser moest vertrekken en nu weder door Gent reisde, bezocht toch eens vlug zijn voormalige gastvrouw. Hij vertelde, dat de overstroomde vlakte aldaar het omliggende verpest door de menigvuldige lijken, die er in rotten. Hij zei ook, dat de mannen van het ginder verblijvend duitsch leger drievoudig ingeënt zijn: tegen de pokken, tegen typhus en tegen de pest.
Gisteren avond was de lucht wolkeloos. De volle maan scheen verblindend op het wit der ooftboomen. Zeker nooit te zien geweest een dergelijke verspilzucht van bloei: geen enkel twijgje te ontwaren, geen scheutje groen daartusschen. Alles donzig vol in zijn ontloken lentefrisscheid, rijk aan beloften van milden oogst...
Het overgroot getal van al die bloemen zal sneuvelen, s [96]
[96]Wellicht is dit Lovelings verkorting van 'eens'. Omdat ze het waarschijnlijk zo bedoeld heeft, is het hier zo overgenomen.
plaats ruimen aan de krachtigsten. Moest er eene bloem op honderden tot rijpheid komen, de takken zouden scheuren onder den last. De hemel was bleekblauw, de helderheid zoo groot, dat enkel Regulus en Spica zwak glimmen konden.
Ik had het breede raam geopend aan de hoogste trapzaal:
"Broo...om, broo...om!" ging het in de verte verdoofd, maar toch duidelijk: van zuid-zuid-oost kwam het gedommel: van Deinze, van Kortrijk, van Cruishautem? en Rrrr... dreunde het ook als op een trom met watte omwonden.
Maar... hoe die geruchten, vredeverstoorders van den mooien voorjaarsnacht met geschreven letters wedergeven? Hoe wedergeven den jammerlijken weerbots van die verre doods- en vernielingsklanken op het menschelijk gemoed van den luisterende?...
Van dezen morgen af werd ik gewekt door schoten: een, twee, drie, vier, altijd nog maar door te tellen, in de nabijheid was het toen.
Buren stonden buiten, praatten aan hun deur, naar te hooren was: "Zie, zie, ginder," wezen zij aan elkander. Bij het opstaan vernam ik, dat het losbrandingen waren op een vlieger gericht. Een paar dagen geleden zijn er ook bommen geworpen op Ingelmunster, Isegem en Kortrijk. Zooveel onschuldige burgers door hun verdedigers gedood!... Booten van Holland naar Engeland varen niet meer.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB