<>

1917-05-28 (1 bericht)

> | 28 mei Maandag 2de Sinxen-dag
Dezen morgen kwam de groentevrouw. Aan de deur kreeg ze de geschiedenis te hooren. Haar eerste vraag was:
"Wat hebt ge er mee gedaan?"
"Begraven! O in tijd van nood vleesch in de aarde steken! Geef ze mij."
Ik hoorde 't geharrewar en ging beneden. De meid had reeds de spade vast en ging aan 't werk. Ja, ze zat diep, de kip, er lag reeds een heele hoop mulle zwarte grond, voordat het wit der vederen zichtbaar werd. Opgetrokken, afgeklopt, uitgeschud, werd ze in een grauwen zak geborgen. Duizendmaal dank gezegd door de groentevrouw...
Dat zijn welstellende lui, die zoo iets eten! Ik heb alle verantwoordelijkheid afgewezen. Om niets ter wereld zou ik het benuttigen van een gestorven beest aanraden.
Gisteren zeiden al de aanwezige dames in ons kaartspelgezelschap, dat ze geen vleesch meer konden krijgen.
Dezen namiddag opnieuw geweldige losbrandingen in de lucht.
Er mag bij invallenden avond nergens een lampestraal meer zijn te zien. En alle dagen, zelfs gedurende den winter, was en is het dakvenster der meid van rechtover hel verlicht. Het is een zeer groot raam met zes ruiten. Ik zie den schijn van in mijn bed: eerst rood, dan verblindend glansgeel. Wat mag daar toch gebeuren op dat kamertje? Tienmaal zou er tijd zijn om zich uit te kleeden; het licht brandt er tot laat, tot in den nacht.
Het verontrust mij, het is een mikpunt voor de bomben, dat schitterend vierkant in een dak bij zwarte duisternis. Het ergert mij; in 't begin hield ik mij zelve moedwillig voor, dat daar een gevaar bestond en ik drong het mij zoozeer in, dat ik het nu — waar of onwaar — bepaald geloof. Slapen is onmogelijk zoolang het licht daar brandt.
"De bombevalle staat," zeg ik inwendig en kijk en kijk er steeds naar om...
Nu oorsp.: met de dagen langoorsp.: lange zijn, als het nog heel hel is, moet het reeds aangestoken zijn, want er is eerst een twijfelschijn, die bij volslagen duisternis in glans verandert. Het is die bevallige meid — weduwe, die aldus noodeloos petroleum — hebben de meesten er nog? — of waskaarsen verbruikt...
Naait ze haar kleederen, leest ze, bidt ze rozenkransen voor de zaligheid van haar gesneuvelden man?...
Ellendige bekommernissen van nietigheden, die iemand den slaap benemen!... maar: "personne n'échappe à l'obsession de la maison voisine," zegt ergens George Sand.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1917
<<mei>>
ZoMaDiWoDoVrZa
  12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728293031  
       
logo CTB