<>

1918-02-08 (2 berichten)

> | Vrijdag 8 feb. '18.
De vereenigde afgevaardigden van den Senaat: liberalen, katholieken en socialisten protesteeren op hun beurt in een manifest, gericht tot den vreemden landvoogd, tegen de handelingen van den bewusten Raad en spreken hun trouw uit aan de belgische Regeering. Evenzoo doet de bisschop van Gent in een vlugschrift, dat naar alle waarschijnlijkheid in de kerken van zijn diocees van den preekstoel zal afgelezen worden.
Verleden zondag had te Antwerpen de proclamatie plaats van het besluit van den Raad van Vlaanderen "zelfstandigheid van Vlaanderen". Groote tegenbetoogingen hebben er te dier gelegenheid plaats gegrepen. De stoet werd doorsneden op verschillende plaatsen; muziekinstrumenten geblutst, trommelvellen ingestampt; de manifestanten werden verstrooid, geslagen, uiteengedreven onder het oog der burgerwacht, die werkeloos toezag. Een heer roept van op zijn deurdrempel: "Vijfhonderd frank aan hem, die een vendel vermeestert." Daarop wordt er geweldig gevochten met stokken en knuppels, met ijzeren stoeltjes en alles wat te bemachtigen is. Het vendel, een leeuwenvaan, wordt gepakt, teruggepakt, zwenkt en zwaait te allen kant en blijft in 't bezit van den drager onder jubelkreten en muziekgeschal en gezang van den Vlaamschen Leeuw, door de aktivisten aangeheven. Er zijn veel gewonden, armen en beenen gebroken, bloedige kneuzingen en gebuilde hoofden geweest.
> | Vrijdag 8 februari '18.
Ook de gemeenteraden van Antwerpen en Brussel hebben geprotesteerd tegen de opruiers. Zoodat deze schier geheel alleen staan en nochtans den schijn van een triomf in hun bladen trachten aan te nemen. De duitsche bezetting zal thans beter over den waren toestand der gemoederen ingelicht wezen.
Overal heerscht meer en meer bedrog en vervalsching van alles in 't klein en in 't groot; woeker, schaamteloos en openbaar. In de Heuvelstraat staan achter een vitrien tal van steenen kruiken in alles gelijk aan degene der firma Bols en daarop ook in juist gelijke letters Pols... De groote champagnemerken als daar zijn Louis Roederer, Veuve Cliquot, Dry Monopole, Heidsick zijn tegen meer dan honderd frank af te leveren aan een groot hotel.
De hooge officieren, die van het front komen, gebruiken ze tegen honderd en zooveel mark. Een kennis van mij had aan een hotelieroorsp.: hotellier verteld, dat hij nog een flesch bénédictine in zijn bezit had. Honderd vijf en twintig frank werden hem daarvoor aangeboden. Ze zouden den kooper een groote winst aanbrengen. Hij weigerde en bood er ons — enkele vrienden te zijnent vergaderd — van aan.
Gedurende den vliegaanval van zondagmorgen werd op het plein van Drongen een luchtvaartuig neergeschoten. Een Engelschman en een Franschman zaten er in. De eerste had geen letsel; de tweede was doodelijk verwond. Een luitenant, zoon van een hoog officier, gelogeerd op het kasteel rechtover, was vlug ter plaats van het gebeurde. Hij sloeg aan voor den Engelschman, die zijn groet beantwoordde, toen stak hij de hand naar hem uit. De Engelschman bleef pal staan. De twee vijanden werden in een auto gedaan met den gekwetste. Deze rustte met het hoofd op den arm van zijn bondgenoot. Aangekomen in het Jesuitenklooster op het dorp, thans door de geestelijken ontruimd en tot lazaret ingericht, was de gekwetste overleden.
In zijn eer gekrenkt, vertelde de Duitscher misnoegd luid dat wedervaren in zijne omgeving. Eenige dagen geleden hoorden wij de sirène, zonderdat er iets geschiedde. Nu vernam ik, dat er twee luchtgevechten boven Deinze hebben plaats gehad. De verteller — ooggetuige op een afstand van ettelijke kilometers — zag een brandend vliegtuig neer vallen. De verbondenen hadden en hebben het ginder steeds gemunt op de broodbakkerij van het leger. Helaas! Ze troffen het lazaret, ingericht in het klooster der Marikollen bij de kerk. Er zijn vele dooden en gekwetsten, en al de ruiten in den omtrek zijn tot gruis geslagen. Hier moet het militair gasthuis — in 't Palace Hotel — als gevaarlijk, te dicht bij 't station gelegen — ontruimd worden. Een enkele, te zwaar verwonde, kon niet vervoerd worden en ligt er nog.
Terwijl ik het voorgaande schreef, kwam mijn nicht Alice binnen. Ze verliet zoo even het lokaal van den Nederlandschen Schouwburg, waar ze dagelijks ten behoeve van het Groen Kruis werkzaam is. Daar waren Feldgrauen bezig in de tooneelzaal langs elken kant de twee groote, bronzen vrouwenbeelden, die de loge van den gouverneur en die van burgemeester en schepenen torsen, met hamers neer te slaan. De ornamentstukken spatten t' allen kant. Mijn nicht nam een gebroken vergulde rozet op.
"Wat doet gij daar?" vroeg een der verdelgers.
"Ik neem een gedenkenis mede van uw vandalenwerk," zei ze.
Hij liet haar begaan. Ze schonk het mij: het is een afgestompt stuk van een lauwerblad in massief koper. Waar er mede vluchten, hoe klein 't ook is? Ik stak het in de schuiflade van mijn schrijfbureau tusschen flarden van oud linnen.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1918
<<februari>>
ZoMaDiWoDoVrZa
     12
3456789
10111213141516
17181920212223
2425262728  
       
logo CTB