<>

1917-09-17 (1 bericht)

> | Maandag 17 sept. '17.
Onder de hoofding "Waarschuwing" luidt het bericht: "door bekrachtiging van het veldvonnis van de Mob. Etappenkommandantur van Gent 3 juli '17 zijn... (hier volgen de namen.) wegens krijgsverraad tot den dood veroordeeld geworden".
"De erkende doodstraf is door den kogel uitgevoerd. Gent 15 sept. '17."
Der Gerichtsheer: Von Wick.
Oberstleutnant und Etappen-Kommandant.
Geruchten, welke griezelen doen, zijn hier in omloop ter gelegenheid der tooneelen, welke bij deze terechtstellingen hebben plaats gegrepen. Het volgend verhaal komt van een gebuur, die alles van op zijn dak heeft gezien: de meisjes schreeuwden en liepen weg op het plein der Schijfschieting; weder ter aangestelde plaats gesleurd, viel de eene, alzoo werd op haar geschoten. Ze was niet dood, rees overeind met hartverscheurende kreten en een toeschietend officier maakte ze met een schot in de borst af. Twee der als beulen dienstdoende soldaten vielen in onmacht. Heeft de verteller overdreven? Ik weet het niet. Hij was nog zoozeer onder den indruk, dat zijn mond beefde en hij verzekerde, dat hij deze twee nachten nog geen oog geloken had, als nagezet door het noodgehuil der twee...
Vijf zijn er denzelfden dag doodgeschoten. Onder hen komt de naam voor van Leonie Rammeloo van Bouchaute. Die naam trof mij. Ik heb een meid gehad, welke van dat dorp was en Rammeloo heette, maar de voornaam was verschillend, een verwante, waarschijnlijk. Eene der gedooden was zeventien, de andere twintig jaar oud.
Er wordt ook verzekerd, dat een vrouw zal ter dood gebracht worden, die de geboorte van een kind, en hare herstelling moet afwachten tot het volvoeren van het vonnis. Er zijn heel veel veroordeelden.
Het is opmerkenswaard, welk een verkeerde voorstelling de Duitschers hebben van de volksgezindheid hier ten hunnen opzichte... ten minste diegenen met welke ik toevallig in aanraking kom. Zouden deze allen uitzonderingen wezen? Ik geloof het niet.
Onlangs kreeg ik een brief, open en zonder Postprüfungstempel op. Geen twee uren later verscheen er een soldaat, een mooie, groote man, met het wit en zwartgestreept lint van het IJzeren Kruis op de borst. Hij moest mij persoonlijk spreken. Bij mijn binnentreden boog hij in twee met die stijve, eigenaardig-militaire groetoorsp.: groete, die de beschaafde Feldgrauen kenschetst.
Ik hoefde hem den omslag met het daarin liggend schrift weder te overhandigen. Alles was ermede niet in orde en bij vergissing aldus afgegeven. Hij bekleedde een bediening bij het postambt en zou mij alles weder bezorgen. Hij noemde zelfs zijn adres: mocht het gebeuren, dat hij mij van dienst kon wezen.
"En de vrede?" vroeg ik, "wanneer?"
Hij hoopte nog voor 't einde van dit jaar. Hij verlangde het zoo, allen snakten er naar. Iedereen heeft er genoeg van. Zijn hospita was niet altijd vriendelijk tegen hem, ofschoon hij haar zoo weinig last mogelijk veroorzaakte. Dat smartte hem diep.
"Het komt mij soms voor," sprak hij naievelijk, "alsof ze van de Duitschers niet hield."
Van den vijand niet houden!...
Ligt de oorzaak van dat optimisme bij de bezetting misschien daarin, dat ze voor baar geld aannemen, wat de couranten van de aktivisten schrijven over den toestand? Het lijkt daarin, alsof er werkelijk een gisting van vlaamschgezindheid bestond onder de bevolking, die zich uit in dankbaarheid jegens den vijand, welke de grieven der Vlamingen herstelt.
Helaas! Vlaamschgezindheid, waar was die te vinden dan bij velen der leiders zelven, die in hun onmiddellijke omgeving zelve franschpropaganda bevorderden gansch in tegenspraak met hun klaroengeschal op meetings en politieke bijeenkomsten. Hoe jammer het moge wezen, naar mijn bescheiden meening is ons volk door en door franskiljon, niet alleen de hooge standen, niet alleen de rijke en de kleine burgerij; maar de arbeidersklas in 't algemeen: Fransch kennen verwarren ze met geleerdheid; een andere beschaving dan degene door de fransche taal begrijpen ze niet. "Hij kent zijn Fransch evengoed als zijn Vlaamsch," luidt het met bewondering, als van een werkman gesproken wordt. Zelfs te plattenlande is de overtuiging ingeworteld sedert lang. Ik herinner mij te Nevele, toen ik een klein kind was, dat ik een rijken boer, te onzentoorsp.: onzend zittend, hoorde verklaren:
"'K zou daar seffens vier duizend franks leggen, da'k Fransch kon, da'k Fransch kon," herhaalde hij. Het trof mij ook jaren geleden in 't Begijnhof op het jubelfeest van mijn nicht, hoe het Fransch tot in dat bij uitstek Vlaamsch gebleven midden doorgedrongen was.
De helft der gezongen liederen en der theatervoorstellingen waren in 't Fransch... daar in dat laatste bolwerk van raseigenaardigheid!
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1917
<<september>>
ZoMaDiWoDoVrZa
      1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
30      
logo CTB