<>

1917-09-23 (1 bericht)

> | Zondag 23 sept. '17.
Licht heb ik 's avonds niet. Gas mag men slechts in geringe hoeveelheid en dat alleen ten behoeve van 't koken gebruiken In den donkeren moet ik naar bed, schoppend tegen de stoelen, mij stootend aan de deurpost, goed oplettend de trap opwaarts te vinden en niet trapafwaarts te tasten naar de leuning.
Maar wat zou het schouwspel langs den hofkant, waar ik in afwachting zit, heerlijk schijnen, indien het niet zoo schrikwekkend ware: als glanskevers rijzen, dalen en zwenken over het zwart met starrenstipjes doorspikkeld hemelveld de zoeklichten gelijk aan de kometen van 1858-61 maar met breedbewegende stralen nu.
In vedervorm zweven ze traag door het ruim en evenals elke komeet aan de basis een lichtkern heeft, zoo blinkt er ook een van onderen in den glans van elk zoeklicht. Niemand kan mij verklaren; waar het vandaan komt, waartoe het dient. Met de vlugge beweging van een weerlicht, keert het zoeklicht van op het gewelf terug om er opnieuw langzaam over voorbij te glijden; en tegelijk wemelt tusschen de opening der huisdaken het onophoudend weerlichten van de vuurmonden aan het verre front. En vandaar uit donderen en bulderen in luchtgolven, luid of half verdoofd de bonsen van het veldgeschut.
De wol en het paardshaar van al de matrassen en kussens wordt opgëeischt. "Liever dan ze af te geven, zullen wij ze verbranden," verklaren sommigen.
De illusie der Duitschers over den geestestoestand der Gentsche bevolking grenst aan 't ongelooflijke: "Na den oorlog," zeggen ze, "zullen wij in België in vrede en vriendschap als buurnaties leven." En ze zijn verontwaardigd en kunnen niet begrijpen hoe 't mogelijk is, dat de leeraren in de scholen de jeugd tegen de Duitschers opruien en allen omgang met hen verbieden.
Om de veertien dagen of drie weken is er voortdurend gedwongen paardenmonstering. De besten zijn lang gepakt, de eerstafgekeurden vervolgens aangenomen en nu is de beurt aan de afgereden knollen. In menigte naar 't front gestuurd, krachtig en gezond, of voor andere diensten gebruikt, moet te oordeelen naar het steeds vernieuwen van den voorraad, hun leven kort wezen. Het is een deerniswaardig schouwspel de overblijfsels van de laatste uitgeputten te zien: in lamlendige groepen worden ze, langs de minst begane straten, ter herstelling naar de weiden buiten de stad gedreven, aan geraamten met een schurftige huid overdekt gelijk, hinkend, verwond, wankelend op hun knieën echte emblemas van het algemeen oorlogswee. Dagelijks sterven er tien, twaalf of meer. Op een zekeren datum lagen er dertig dood. De rompen worden naar... ja, waarnaar? op wagens vervoerd. Is het naar 't Slachthuis om er worst van te maken? Is het naar den brandoven van de Muidepoort, waar ze tot een soort van bruin zwart, stinkend meel gemalen worden, dat met een geldigheidsbewijs te verkrijgen is tot voeding voor kippen en stalvee?
En dan de zwaarbeladen wagens met de stervenden en doode paarden reeds! Komen die van het slagveld?... Koppen met nog open oogen, rompen, buiken omhoog, pooten met de hoeven in de lucht, met nog lillend vleesch, geklonterd bloed, dat uit de reten van het hout neerzijpelt... Het geheel omgeven door een lucht, die den zakdoek voor neus en mond houden doet!...
Gisteren omtrent 11 uur 's morgens zijn bommen geworpen op Meirelbeke, waar ze duitsche barakken vernielden en brand stichtten. Dezen middag ging het gedonder boven de stad weder aan.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1917
<<september>>
ZoMaDiWoDoVrZa
      1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
30      
logo CTB