<>
1917-10-02 (1 bericht)
> | Dinsdag 2 oct. '17.
Een onvoorzichtige officier bracht het volgende uit: op een vijftigtal vliegtuigloodsen zijn er een en twintig machienen opgebrand en denzelfden nacht negentien te Lemberge, eenige uren van hier waar ook een vliegplein is.
Er moet ontzaglijk militaire schade zijn aangericht op stapelplaatsen en munitiedepots. Het getal dooden en gekwetsten schijnt groot te wezen.
Alle avonden en zelfs bij klaren dage worden talrijke bommen op Gent en de omstreken geworpen. Het is eentonig er nog over te schrijven. Ons gehoor is gewend aan 't gejammer der alarmsirene, gelijkend, aan 't geloei van vee in nood, 't gevaar aankondigend met langgerekte waarschuwing, of de drie korte seinen meldend, dat het voorbij is.
De prijzen der eetwaren zijn gestegen tot het fabelachtige.
De redevoering van den Rijkskanselier Michaelis [295] is niet van aard om een spoedig ophouden der vijandelijkheden te doen voorzien of een mogelijken vrede te laten verkopen.
[295]Volgens aanduidingen van de legerleiding was Bethmann-Hollweg half juni 1917 als kanselier vervangen door Michaelis.
Nu verschijnt in de dagbladen het Officieel Bulletin der Besluiten van de 4de Armee, behelzend nieuwe opvorderingen. Daarbij moeten aangegeven worden alle machienen, stocks van machienen ten behoeve der nijverheid en van alle machienen in vorming. Groote straffen staan de verhelers te wachten; alle grondstoffen van katoen, jute, hennepoorsp.: hennip, wol en kunstwol, koorden, afval van geweefsels, calotten, [296] kabels, nieuwe en gebruikte, haar van alle beesten en van alle hoedanigheid tot van mollen toe, enz.
[296]'Calotten': welicht van het Franse 'calotte': muts.
Een fabrikant oppert de vrees, dat indien al de riemen (er zijn er ter waarde van millioenen in Gent,) gepakt worden, de nijverheid hier voor minstens drie jaar stil zal liggen.
<>