<>

1915-08-12 (1 bericht)

> | Vertrek den donderdag 12 augustus 15.
Opgestaan kwart na drie uur.
De dag breekt aan, doch licht wordt nog vereischt voor 't aankleeden. Om vijf uur staat het open rijtuig voor de deur. Een rit door de stad om den reisgezel af te halen. Het is heel eigenaardig in de eerste dagklaarte, dat doortrekken der straten, waar alle luiken dicht, en alle winkels gesloten zijn. Geen levend schepsel, zelfs geen wakers meer te zien. Frisch, bijna koud blaast de morgenwind. Geen trein maar een buurtspoorweg over Hamme, Rupelmonde en Temsche zal benuttigd worden.
Te vroeg aan het station. De wachtzaal is nog niet open. De Rietgracht daarnaast verspreidt een reuk, die niets met rozengeur gemeens heeft.
Uit zuinigheid een tweede klas genomen, wat ons weldra berouwt, want nauwelijks zitten wij binnen, of het vak wordt in beslag veroverd door een ongewenscht publiek, mannen, die slechten tabak rooken; wijven met groote, reuzengroote pakken, die ze aan elkaar overgeven boven de hoofden met grof gelach en schreeuwerig gekakel. Het zijn marktvrouwenoorsp.: marktvrou- [136]
[136]Er staat eigenlijk: 'marktvrou-'. Loveling is vergeten om het laatste deel van het gesplitste woord op de volgende regel te schrijven.
met ellegoederen voor de markt van Wetteren. Te Hamme tramverwisseling aan de Durme, die enkele dagen geleden nog in boot werd overstoken, doch waar nu een brug is opgetimmerd.
Een echte bestorming van arme jongens, die elkander achteruitstampen en worstelen voor het dragen van het reisgoed en de reizigers zelven daarbij op tegen elkaar stooten, dat men waant bij wilde volkstammen te zijn.
De strijd voor het bestaan! De weg, eenige minuten gaans, loopt over een hoogen dijk, met holperige, [137]
[137]Het woord 'holperig' komt in dit oorlogsdagboek nog twee keer voor. De betekenis lijkt 'op en neer gaand', 'hobbelend' te zijn.
onbebouwde gronden daarnaast. De Durme, ongelijk breed, gelijkt op een poel. De opgeblazen brug ligt erbarmelijk in het water te kijken naar hare zegevierende plaatsvervangster.
Aan den overkant staat de te nemen tram te blazen.
Onderweg, als al die marktkraamsters afgestapt waren, kwam er een heer in met een vreemd voorkomen, jong nog. Er waren nu niet veel menschen meer in het vak. Dadelijk haalde hij een notaboekje uit en begon te teekenen. Zichtbaar maakte hij het portret van medereizigers, naar zijn opkijken naar hen en telkens weder in zijn boekje. Dat was heel vervelend en onrustwekkend.
Te Hamme wachten wij, totdat hij plaats genomen heeft om een ander vak te kiezen.
Rechtover mij zit een oude man, grijs met een stoppelbaard en tanig van kleur, bleek van oogen. Hij heeft nochtans iets militairachtigs en is gansch in donkere serge gekleed met een hagelwitten hemdsband en manchetten, heel zijn voorkomen heeft iets eenvoudig-reins.
Wij doorkruisen velden met draadversperring, thans beroerdoorsp.: beroert en uit elkander hangend. Dit geeft aanleiding tot een gesprek met den onbekende. En weldra vertelt hij, stil en schuw naar luisterende ooren omziende, wie hij is en wat hem is wedervaren: een schipper op de binnenwaters. Hij was diep in Duitschland, toen de krijg uitbrak. Zijn schip, de logger St. Joris, werd in beslag genomen, al het geld, dat hij op zak had, evenzoo. Voor alles kreeg hij een bewijs. Hij werd geïnterneerd in een gevang gedurende honderd vijf en twintig dagen, zonder er een enkele maal voor luchtverversching uit te treden. Van onzuiver linnen en ongedierte leed hij zeer. Na dat tijdverloop werd hij overgevoerd naar Duisburg; daar bleef hij zeven maanden, waarna hij het schip en het geld weder kreeg en vertrekken mocht naar België.
Te Duisburg waren honderden en honderden gevangenen. De burgerlijken en de militairen waren afzonderlijk gehuisvest doch zagen malkaar elk van hun kant over een gezamenlijke binnenplaats. Hij heeft gezien, dat op kaartspelers, waar ze aan een tafel zaten, werd geschoten: een was dood, een aan den arm verwond. Hij heeft poolsche soldaten als straf, aan palen zien binden, van aan hun voeten tot aan den hals met koorden omwonden. Na vier en twintig uren werden ze losgelaten, konden op hun beenen niet meer staan, vielen in bezwijming en lagen weken te bed.
Hij heeft twee zonen in 't leger, weet niet, wat er van hen geworden is... en nu vullen zijn oogen zich met water, dadelijk rood belopen oogen, die reeds veel moeten hebben geweend. Mijn reisgezel is belast door eene gentsche dame met een miniatuurstrookje zijdepapier. Dat moet hij dragen bij een verwante van haar. Deze zal het afschrijven en zenden naar een adres in Holland.
"Hoe onvoorzichtig dat op u te nemen!" zeg ik hem, "scheur het, werp de stukjes door het raam. Wat zal er gebeuren, indien ge wordt afgetast?"
"Och, er staat niets gewichtigs op."
"Om 't even, het feit zelf van 't overdragen van geschrift wordt gestraft."
"In mijn porte-monnaie steken?"
"Daar is 't niet veilig, maar, geloof mij, het is nergens veilig."
"Onder mijn das?"
"O, neen, dat ware nog de slechtste plaats. Hebt ge geen vreemd muntstukje? Omwint het daarmede als iets kostbaars of een eigenaardigheid, dat ge bewaren wilt." Hij zoekt tusschen de zilvermunt en vindt een zwitsersch stukje. "Zie zoo." Het zit geplooid, maar het papiertje is te klein, de vouwen houden geen stand. Ten einde raad rolt hij het op in een balletje en steekt het in zijn oor.
Moedig wachten wij de gebeurtenissen af, half ongerust, half guitig lachend om het geval, dat geen gevolgen voor ons heeft gehad, want de schildwachten aan de Schelde te Sint-Anneke hebben niets bemerkt.
Over den Scheldestroomoorsp.: Scheldedestroom in een betrekkelijk kleine boot, opgepropt met menschen. Het uitzicht van Antwerpen is heelemaal veranderd: voetgangers nog, geen autos, tenzij zelden en dan met officieren in; weinig rijtuigen, minder wagenverkeer. Hier en daar, aan groote gebouwen staan bij wachthuisjes met de duitsche kleuren soldaten, met het bajonnetgeweer op den schouder. Ze dragen den pinhelm niet bedekt als te Gent, de twee koperen of vergulde arenden er op, vonken schietend in de zon.
Het getal militairen is zoo klein, dat ge ze in gewone tijden niet opmerken zoudt.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1915
<<augustus>>
ZoMaDiWoDoVrZa
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
293031    
       
logo CTB