<>

1915-12-17 (1 bericht)

> | Vrijdag 17 december 15.
Een bewoner van Saffelaere vertelt het volgende drama: Op die gemeente woont een boerenfamilie op een groote pachthoeve: de moeder, twee dochters, twee zonen. Die menschen zijn zeer gierig, vol eigendunk en eigenzin:
"Wij zullen niets geven, als er opeischingen gebeuren en ook nooit hulp of steun van iemand aannemen." Aldus pochten zij verleden jaar in het begin van den oorlog.
"En... zonderling genoeg, ze werden tot dusverre met vrede gelaten; maar nu was het bevel gekomen van de duitsche overheid, dat elke landbouwer moest aanduiden, hoeveel graan hij in zijn bezit had. "Wij geven niets aan," zeiden die stugge boeren. De burgemeester kwam er tusschen:
"Ge moet, tegen de oppermacht valt er niet op te staan; met uw koppigheid brengt ge mij en heel de gemeente in gevaar van bestraffing."
"Laat ze maar afkomen, de Duitschen."
"Hoe zult ge ze ontvangen?"
"Met den riek," antwoordde een der mannen, een echte kolos.
Dat leek wel op een domme zwetserij en, met nog aanbevelingen van kalmte vertrok de burgemeester, half gerustgesteld.
Edoch de hoeveelheid graan bleef onaangemeld.
Ze kregen bericht, dat hun een boet van honderd mark was opgelegd.
"We betalen niet en we vragen ook aan niemand iets," hielden ze vol.
Daar verschenen weldra vier soldaten op het erf.
Ze trokken den grendel uit de deur van een varkenskot en sleepten een varken buiten.
De kolos schoot in woede, greep een riek, zooals hij bedreigd had te doen, en stak dien in de schouder van een der soldaten.
Hij was slechts lichtverwond. Tot dusverre bleven de vier Feldgrauen nog kalm: een hunner vuurde zijn geweer af tegen den muur als waarschuwing, maar nu schoot eene der dochters toe en zwaaide een groot mes boven de hoofden, terwijl haar broeder steeds dreigde met den riek.
Toen werd een schot gelost op hem. Hij stortte dood ten gronde; de zuster-aanrandster kreeg ook een kwetsuur.
Het lijk werd in huis gedragen.
"Wie zal er nu met al dat spektakel eten geven aan mijn beesten!" kreet de moeder die, op een stoel gezeten, geen besef scheen te hebben van den toestand. Een dokter moest gehaald worden om het overlijden vast te stellen.
De eerste deed zeggen, dat hij niet thuis was. Het duurde uren, voordat een andere gevonden werd. Hij trad in de keuken, waar de doode op den vloer was neergelegd; hij keek naar dien kolos en hem ontvielen onvoorzichtige woorden: "Is het geen zonde Gods, is het geen schande," murmelde hij, "alzoo een kloeke kerel!"
Proces-verbaal werd ten zijnen laste opgemaakt. Hij moet verschijnen voor het gerecht, beschuldigd van smaad tegen de wetten van Duitschland.
De andere jonge boer en zijn twee zusters zitten in 't gevang. De moeder is naar het krankzinnigen gesticht "Caritas" van Melle gevoerd en woedend opgesloten.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1915
<<december>>
ZoMaDiWoDoVrZa
   1234
567891011
12131415161718
19202122232425
262728293031 
       
logo CTB