<>

1915-12-20 (1 bericht)

> | Maandag 20 december '15.
Ik heb er op nagedacht: ik verzekerde aan den ambulancier, dat hier geen enkele stem was opgerezen om protest aan te teekenen tegen onze regeering, die de duitsche legers niet doorgelaten had. Dat is onnauwkeurig. Ik heb een dame hooren zeggen:
"Waarom moest België, een klein land, zich ten offer geven voor eene groote natie, voor Frankrijk? De Duitschers wilden ons geen kwaad doen."
"Mevrouw," heb ik geantwoord, "het was de plicht van België. Indien des nachts bandieten aan een bel kwamen trekken en tegen een alleenwonende, die door 't bovenvenster kijkt, riepen: "wij willen u geen kwaad berokkenen, maar ge moet ons door uw huis laten om uw buurman van achteren aan te vallen en te vermoorden, ware 't geen schande open te doen?" ze sprak niet meer.
"Une hirondelle ne fait pas le printemps," verklaart het spreekwoord. Een valsche noot kan de harmonie van een orkest niet breken...
Ik heb vergeten aan te stippen, dat graaf de Hemptinne genade gekregen heeft van de doodstraf en, veroordeeld tot eeuwigdurenden dwangarbeid, naar Duitschland is vervoerd.
Het verluidt, dat groote legerscharen van het Servisch front in 't westen aankomen en een beslissende slag op handen is.
Met ontzetting vernam ik van een socialist, dat na het sluiten van den vrede aan zijn partij niets anders overblijft dan revolutie maken om het overwicht van 't klerikalisme te niet te doen en den klassenstrijd te doen eindigen.
Welk een toestand voor België: onder den hiel van het duitsch militarisme of onder den hiel van dompers-dwingelandij!
De soldaten zingen nu:
Heute sind wir jung und stark,

Morgen sind wir Leiche...

Es mag sein, der Heldentod.

Ist ein ewig Leben.

Donkere dag: alles vochtig, dompig, grijs. Het gewelf schijnt op aarde te hangen. Ik ga uit. Het regent trommelend op het gespannen scherm. Om 't even in welk weder: ge kunt nooit den hoek eener straat omslaan zonder soldaten te zien: een bende van honderden: een met een keteltje; een met een pak op den schouder of ergens iets anders dragend; slenterenden in kleine groep. Ruiters op wegen aan voetgangers voorbehouden; een drietal hunkerend — kijkend aan ramen, waarachter pseudo kleinoodieën in kunstzilver of verguldsel uitblinken. Indien ze maar geld hadden voor een broche, een ring of een ander kerstgeschenk voor het verre liefje, of het aanwassend dochtertje! Wat hen vooral boeit, zijn de chocoladewinkels en misschien nog meer de uitstallingen van spek, worst en stukken varkensvleesch. Er wordt verzekerd, dat aller soldij sedert een drietal dagen sterk verminderd is, dat de officieren aan de tafels der onder-officieren hun maaltijden moeten nemen, wat ze — met het gekrenkt prestige van hun rang — ten uiterste belgt.
Daar komt een hooggeladen span de helling van de Kunstlaan op. Twee witte paarden trekken het voort. Het is als een triomfwagen, heel groen, door soldaten omgeven.
Ha! Nu zie ik, wat het is: het zijn sparren, kerstboomen voor 't aanstaande vieren der geboorte van Christus, die liefde onder de menschen en vrede op aarde predikte.
Aan de kazerne van St. Pietersplein staan drie wagens met zakken aardappelen en, lager, in de Benardstraat, achter de brug over de Oude Schelde, tel ik er nog negen gelijksoortige. Alles voor Duitschland. Wat verder aan een bestelhuis wachten lange reeksen van ondersteunden hun schamel te krijgen stadsrantsoen af.
In alle openbare gebouwen zijn Duitschers ingekwartierd. Ze schijnen voorwaar als paddestoelen uit den grond te ontstaan. Laat zien of er nog een enkel zou te noemen wezen, dat tot de vroegere bestemming dient: ze liggen in het Kuldershuis, het Palace Hotel, het nieuw Seminarie, de oude Post, het Gerechtshof, Concorde, het Casino, in alle ledige en verlaten huizen... ik geef het op, de lijst ware te lang.
Als gevluchte bewoners terugkeeren, worden ze eenvoudig aan de deur gezet.
De mannelijke burgerij houdt zich deftig: nooit zult ge iemand van de stad in gezelschap zien 't zij van een duitscher, 't zij soldaat, een officier. In de koffiehuizen spreekt niemand hen aan, hun groet wordt vaak niet beantwoord, ze kiezen ook vooral de plaatsen, waar hun landgenooten te vinden zijn.
Anders is het gesteld met een deel der vrouwelijke bevolking: handwerksters van alle slag laten zich aanlokken tot avondbijeenkomsten in huizen, waar Duitschers wonen. Wel zijn deze enkele uitzonderingen op het groot aantal... en ook dames van den burgerlijken, of hoogen stand schijnen niet vrij te pleiten van gebrek aan eigenwaarde tegenover de bij hen ingekwartierde officieren. Het zijn ook niet uitsluitend slechte wijven van beroep, die ge 's avonds bij donkeren hoort lachen en gichelen, begeleid door het zwaarder gelach van een of meer mannen achter de struiken der Citadellaan, als ge op een laat uur uw weg volgt. Het oudmannenhuis — gesticht Lousbergs — dient als hospitaal voor kranke vrouwen, uit de twee Vlaanderen hier aangebracht.
Iets als het volgende behoort ook tot de uitzonderingen: een jonge dame vertelde mij, dat haar kleine jongen, pas drie jaar oud, aanslaat, als hij langs de straat, aan haar hand geleid, een officier ziet en dat hij den paradepas nabootst, bij elken stap de voetjes uitslaande.
Ze is er fier op, dat die kinderlijke pret den gehuldigde welkom aandoet en ontroert tegenover zooveel blijken van afkeer en ze pocht er mede, dat het niet zelden gebeurt, dat er een blijft staan, den kleine toelacht en hij een handje geven moet.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1915
<<december>>
ZoMaDiWoDoVrZa
   1234
567891011
12131415161718
19202122232425
262728293031 
       
logo CTB