<>

1915-03-22 (1 bericht)

> | Maandag 22 maart '15.
Mijn duitsche gast, die nu elders logeert kwam gisteren nog eens hier. Met oprechtheid bekende hij: "Ik heb inlichtingen genomen over hetgeen u mij gezegd hebt aangaande de 40 millioen welke België den 15 van elke maand aan Duitschland moet betalen. Het is zoo; een zware oorlogsschatting voor zulk een klein land," voegde hij er hoofdschuddend bij. "Ik hoop welhaast naar Berlijn terug te kunnen keeren, ik ben doodmoe. Bedenk, dat ik in zes en dertig uren niet geslapen heb. De dokter is van advies, dat ik rust behoef, overigens met twee maanden zijn al de soldaten hier weg. Enkel zal er nog te Gent, als in andere belgische steden, een bezetting blijven. De strijd verplaatst zich in Frankrijk. Het is ontzaglijk, hoeveel mannen de Keizer nog in voorraad heeft. Alle dagen komen versche troepen toe. Wij laten niet los, voordat Frankrijk tot den rang van tweede mogendheid is afgedaald en maatregelen genomen zijn, dat het zoo geknakt is en onherroepelijk aldus blijft."
Die overtuiging schijnt algemeen te zijn in 't leger, of is het een ordewoord met zooveel vertrouwen te pralen?
Het onderhoud deed mij denken aan hetgeen ik des morgens had gehoord van een handelsreiziger die vele dorpen bezoekt. Het is hem gelukt daartoe een pas te verkrijgen. Aan een station tusschen Gent en Brugge, waar hij aan eene bareel wachten moest hoorde hij:
"Duitschland kan niet overwonnen worden."
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB