<>

1915-11-14 (1 bericht)

> | Zondag 14 november '15.
Op den Brugschen Steenweg verscheen gisteren een bejaard ventje, grijs, tanig, mager, kort, schraalgekleed, met een zenuwachtig voorkomen.
Het stapte tusschen vier gewapende soldaten. Aan een "halte op Vraag" van de tramlijn bleven ze staan. Dadelijk troepen de voorbijgangers er rond.
"O, Peetje, Peetje, zij-de gij dat?" riep een jong meisje uit het volk.
"Ja — ik, mijn buurkind, de baas uit het "Fonteintje". Ja, ik ben 't," en met den arm zwierend, "kijkt maar gij allen, ik moet in 't kot, naar Duitschland, twee jaar gevang!"
"Waarom?" vroeg meer dan eene stem uit den volkshoop.
"Omdat ik in mijn logiesthuis een nacht logement aan een man verleend heb, zonder er kennis van te geven aan de overheid; daarvoor moet ik twee jaar van mijn schoon leven boeten," zei 't ellendig ventje bewogen, medegevoel vorderend, met uitdagenden wraaklust rondziende.
"Ha! ha!" antwoordde de menigte.
De soldaten deden als merkten ze niets, met strakke gezichten staande.
De tram ratelde aan.
Op de handbeweging van een der soldaten hield hij stil. Twee hunner stapten binnen, dan de gevangene als een gevaarlijke booswicht; daarop de twee anderen. Een belklank, een voortrollen van het rijtuig...
En voort en verder naar het lijdens-onbekende!...
"Schrijft ge zoo iets niet op: Houd ge er geen dagboek op na?" vroeg ik aan den ooggetuige van 't gebeurde, die 't mij vertelde, "gij die zooveel weet, die van alle comiteiten deel uitmaakt, die zooveel met de arme bevolking in aanraking komt en bestendig met de Kommandanturoorsp.: Kommandatur hebt te onderhandelen."
"Ik deed het vroeger, toen ik werkzaam was in 't Feestpaleis, tijdens het verblijf der vluchtelingen, later ook af en toe telkens iets mij trof, met bange terughouding nochtans, ik kon 't niet laten, maar nu dat ik zie en weet, hoe streng de overwinnaars zijn; nu dat ik het dreigende van 't gevaar ken, durf ik niet meer..."
Ik ademde diep verschrikt bij dat antwoord.
"Nu heb ik al het aangeteekende verbrand," hernam de stem heel stil, vertrouwelijk, "ik wil niet naar Duitschland gestuurd worden of... erger dingen onderstaan!..."
Och, och! en ik, die schier geen dag laat voorbijgaan zonder alles neer te schrijven, wat ik weet. Ik, die niemand in 't vertrouwen nemen durf, ik die het dagboekhouden niet opgeven wil, niet opgeven kan, ondanks allen schroom voor de straf, ik die daarin volharden moet op bevel van het noodlot! Wee mij misschien!...
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1915
<<november>>
ZoMaDiWoDoVrZa
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
282930    
       
logo CTB