<>

1915-11-17 (2 berichten)

> | Woensdag 17 november '15.
Duitschland heeft een groote nederlaag aan den IJzer geleden. Vele soldaten, die uit krijgslist er over waren gelokt, zijn verdronken.
Arme onschuldigen!
Hevige kanondonderingen zijn onlangs te hooren geweest. Misschien met dien strijd in verband.
> | Woensdag 17 Nov. '15
Om twee uur nam ik de tram naar 't Gemeentekerkhof buiten de voormalige Brugschepoort om mijn toekomstig graf — vele eerlang toekomstige graven der onzen — te bezoeken — want het schijnt onmogelijk, dat wij in groot getal levend uit dezen strijd geraken. [168]
[168]Eind 1910 had Loveling een verzoek ingediend om een kelder te krijgen van drie plaatsen, langs de voornaamste weg van het kerkhof in de Brugsepoort. Twee weken later kreeg ze van de stad Gent een eeuwigdurende vergunning voor een kelder op 131 meter van de zuid- en 46 meter van de noordmuur.
Een stroom van menschen trok langs de Brugsche vaart naar 't zelfde doel.
In de bruine beukenlaan, die naar het Kerkhof leidt, was het loover nu geel, bijna gansch afgevallen, een dik tapijt op den vochtigen grond vormend. Nevelig warm weder, regendroppeling. Dofoorsp.: Doff kanon schot in de verte.
De ijzeren hekkens der begraafplaats waren gesloten. Niemand mocht binnengaan. Er zou een soldatenteraardebestelling geschieden. En ik wachtte tusschen al de wachtenden; enkelen droegen chrijsantentuilen in de hand, bestemd ter vereering hunner geliefde dooden.
Weldra ontstond er een woeling in de groepen en van achter den hoek der vaartkade kwamen soldaten, daarna een zwarten houten doodwagen, glimmend gebeeldhouwd, heelemaal gesloten. Een dominee met de witte bef en de hooge muts ging heel alleen, het eerst er achter, toen volgden soldaten met het geweer op den schouder — een lange, grijze wolk uitmakend.
Flink trokken ze voorbij met het krachtig gejuich van de schrap-stappen hunner gespijkerde zolen. Ik telde er tachtig ongeveer. De middeningang werd ontsloten, waarin de stoet verdween. En weder viel het hek dicht.
En wij allen draalden tot wanneer het ons vergund zou zijn binnen te gaan.
Wat duurde het lang! Het was koud aan de voeten. De wind blies er fel. Weinigen hielden het er uit. Een van de laatsten ging ik heen. Langs de vaart snorden achterkomende autos ons weldra voorbij. In een dezer zat de dominee gansch alleen in een andere met een ruimte voor vier, wel acht soldaten en voordat weder de standplaats van den tram bereikt was, ruischten al de sterke, rythmischeoorsp.: rythmysche stappen van de groote bende der naar de stad terugkeerende betoogers van de begrafenis aan.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1915
<<november>>
ZoMaDiWoDoVrZa
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
282930    
       
logo CTB