<>

1916-02-01 (1 bericht)

> | 1 Februari. Dinsdag '16.
Ik ben geheel terneergedrukt en tevens door den drang van mijn natuur gedwongen dit dagboek voort te schrijven. Wat zal er geschieden, nadat het ontdekt is? Zoovele menschen worden dagelijks aangehouden, zonderdat er verder iets van het geval uitlekt.
Rechtstreeksch nieuws uit Nevele. Dat dorp — hoofdplaats van 't Kanton — is nu bevoorradingsdepot: tal van munitiewagens belemmeren het stratenverkeer. Op alle deuren staat geschreven: "Een officier, twee officieren, drie officieren." Waarom al de gegradueerden op dezelfde gemeente?
Omdat de manschappen overal in het omliggende op kleinere dorpen bij burgers en boeren zijn ingekwartierd. Hun getal — naar ik verneem — klimt tot zestig duizend. Voor allen wordt gekookt te Nevele en het eten vervoerd naar alle kanten. Het kasteel de Mot is als ambulance ingericht. De bezitters van paarden moeten deze uit de stallen verwijderen voor degene van 't leger.
In een talrijk huisgezin vroeg een graaflijke overheid om logies.
"Alle kamers zijn door de kinderen in beslag genomen."
Dat liet hij zich toonen.
"Gleichviel, stel een bed beneden in uw salon; maar er niets uit wegdoen noch vloertapijt noch meubels." Zulks geschiedde. Hij deed er een groot hondekot binnenbrengen en nu woont en slaapt een kolos van St. Bernardsoort er met hem.
"Voor hoelang verblijft ge hier?" vroeg een inwoner aan een officier.
"Ik weet het niet, denkelijk eenige weken..."
Op alle wegen te lande staan naamplakkaten tot op de kleinste paden, tusschen akkers of achter zoogenaamde elskanten: "Feldweg enz." is er op te lezen. Hoe praktisch. Welk een verbetering, buiten! waar een oningewijde zoo licht van de baan geraakt. Ook hier in de stad kunt ge op vele hoeken in groote witte letters de namen der straten van verre zien, wat eertijds op kleine donkere platen moeielijk te ontcijferen was.
"Zoodra de Duitschers hier weg zijn, worden ze alle van kant gezet," zei mij iemand, die op dien maatregel zeer fier scheen. Zoo groot is de haat tegen alles wat de vijand doet. Dit ware wel jammer voor bijzienden en hen, die bij halve duisternis hun weg moeten zoeken.
Mijn ambulancier komt niet meer. Eens, dat hij aangebeld had, was ik niet thuis. Een andermaal had ik gewaarschuwd: "Ik kan vandaag niemand ontvangen." Hij kwam juist en hij moest vertrekken.
Nu, drie weken geleden stond hij daar, terwijl ik mijn hoed vastspelddeoorsp.: vastspelde in de gang.
"Ik heb hier iets mede, waarvoor ge u zult interesseeren," zei hij luchtig en wilde mij een pakje toesteken.
"Och, ik moet een boodschap doen. Over een uur ben ik terug." Ik sprak waarheid.
Hij bedacht zich een oogenblik: "Morgen," stelde hij voor.
"Morgen ga ik ook uit."
Toen hoorde ik hem iets mompelen, wat mij slechts later opviel.
"Ik weet niet, of ik nog terugkeer," zei hij en nam hoffelijk afscheid.
Hij is niet meer te zien geweest. Was ik onbeleefd buiten mijn weten? Ik weet het niet... onbeleefdheid is altijd af te keuren.
Wat mag dat voor een pakje zijn geweest?...
Och, het gaat velen van ons alzoo: impulsief handelen zonder berekening van het gevolg en de helft van onzen tijd betreuren wat men heeft gedaan of niet gedaan.
Ten slotte is hij toch de vijand. Het spijt mij niet. Best met hem en zijns gelijken geen omgang te hebben.
Gisteren avond had er hier een soort dansoptocht plaats: honderden en honderden soldaten trokken zingend door de straten. Ze waren niet gewapend, buiten een dolk. Er wordt verzekerd, dat de duitsche legers te Lendelede een groote nederlaag ondergaan hebben op 's Keizers naamdag den 27sten januari laatst.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1916
<<februari>>
ZoMaDiWoDoVrZa
  12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
272829    
       
logo CTB