<>

1916-09-25 (1 bericht)

> | Maandag 25 september '16.
Gisteren naar het kerkhof van Sint-Amandsberg. Al de prachtmonumenten voorbijgestapt; nu eens naar de plaats daarachter, in de laagte, waar de nederige rouwsteentjes en ijzeren kruiskens op de graven staan der geringen in stand; waar de putten gereed gedolven zijn tot ontvangst van nieuwe aanwinst.
Een drietal menschen lezen er de opschriften.
"Waar ligt de onderpastoor De Clercq van St. Pieters-Aygem hier ergens begraven?"
Ze weten 't niet, maar een soort van heertje, dat juist voorbijkomt, hoort de vraag en antwoordt:
"Het was hier, maar het lijk is elders gebracht in den familiekelder," en met den arm wijst hij: "ginder in de vierde allee. "Van de Vijver" staat er op het gedenkteeken."
Ik treed, zeker in de verkeerde richting, hij komt eenige stappen achter, "neen, niet langs daar, het is een omweg." Hij gaat vooraf tusschen de kruiskens door: "Zie ginds," en hij verdwijnt met een lichten groet.
Daar in de allee, ook eene der rijke grafzuilen, staat eene donkere groep van vrouwen, meest alle op leeftijd wat, met een deftig, kleinburgerlijk voorkomen.
"Familie Vandevijver" treft u op een der marmersteenen, die niet van onlangs dagteekent. Twee groote kronen van halfverdroogde, halfverrotte stengels rusten op den sarcophaag.
Daar ligt de door den kop geschoten priester begraven.
Waar menschen zijn, klinkt doorgaans menschentaal. Doch hier is alles stil, stil van eerbied als rondom een hoogaltaar; geen het minste levensteeken, geen ruischende aanraking van kleederstoffe, geen kuch geen hoorbare ademhaling, geen fluisteren als in de kamer, waar een doode ligt...
Een vrouw verwijdert zich uit het gedrang. Slenterend trekt ze tusschen de graftomben voort en ik volg haar: "Hoe komt het," zeg ik gedempt, nog onder den indruk dier plechtige hulde van stilzwijgendheid, "hoe komt het, dat die onderpastoor hier nu ligt? Hij moest immers bij de behoeftigen in den grond gelegd worden," wat men mij verzekerd had. Ze wendt zich om en ziet mij aan: uitpuilende oogen, een dik, blozend, oudachtig gelaat, en een braven trek op de lippen: te oordeelen naar haar uiterlijk een betalende kostgangsteroorsp.: kostganster uit ergens een nonnengesticht.
"Er kwam eindelijk toelating om hem naar hier te verplaatsen, onder toezicht en geleide van gendarmen. De familie wilde hem in een zinken kist leggen, maar dat werd niet toegestaan. Zijn moeder meent nog altijd, dat hij in Duitschland gevangen zit," voegt zij er voortgaande aan toe.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1916
<<september>>
ZoMaDiWoDoVrZa
     12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
       
logo CTB