<>

1917-12-19 (1 bericht)

> | Woensdag 19 december '17.
Nog een oorlogsprentje.
Eenige dagen geleden stond er in een plaatselijken courant: "Opgepast! Personen, welke voor de eene of andere reden 's avonds langs het water gaan, kunnen niet voorzichtig genoeg wezen in de duisternis. Ze hoeven steeds den kant der huizenrij te volgen. Gisteren zag een heer op de Lousbergbrug een donkere vrouwensilhouette voor hem rasch opstappen en de onbeschutte kade der Visscherij inslaan, waar ze uit zijn gezicht verdween. Plots hoorde hij een plons in het water. Hij schoot toe, richtte den straal van zijn electrisch lampje op de plaats van 't ongeval, zag het water erg beroerd, in kringen uitloopen en... niets meer. Hij riep herhaaldelijk om hulp, die niet opdaagde."
"Dezen morgen was het lijk nog niet opgetrokken, doch een handzakje met enkele persoonlijke benoodigdheden en een regenscherm moeten de verongelukte bij 't intuimelen ontvallen zijn. Ze lagen langs de helling van den stroom."
Bij toeval kreeg ik opheldering van het drama. Ziehier: De vrouw van een gevangenbewaker, die sinds 't begin van den oorlog aan 't front is, had onvoorzichtig toegang in zijn huis verleend aan een zijner vrienden. Een liefdesavontuur was ontstaan. Heel kort van duur, door haar afgebroken.
Helaas, te laat! Ze vluchtte naar Brugge bij verwanten, die haar goedertierend maanden lang herbergden. Op een nacht, zonderdat ze iemands hulp inriep, kwam een kind ter wereld. Ofschoon de huisgenooten met het te verwachtene bekend waren, sloeg de schrik aan haar hart. Ze wist misschien niet, wat ze deed: in een soort van waanzin wrong ze het halsje toe, liep — omzichtig de voordeur sluitend — de straten op tot aan het Minnewater, waarin ze 't lijkje gooide en geraakte ongezien — meende ze en veilig — weder in haar bed.
's Anderdaags lag ze in brandenden koorts. Een dokter werd gehaald. Alles kwam aan 't licht. De politie bemoeide zich met het geval en, zoodra hersteld, werd ze in 't gevang gesperd.
Ze was van Gent, de euveldaad was in Brugge gebeurd. Het onderzoek duurde bijna een half jaar met al de moeielijkheden er aan verbonden, aldus vertelde mij de advocaat, die haar verdedigd had.
Al de getuigen hadden niets dan lof over voor haar, voorbeeldig van gedrag tot dusverre. Het beste huwelijksgeluk was hun deel geweest. Ze was een mooie dertigjarige vrouw met blinkende, zwarte oogen en een sterken blos. Haar houding voor 't gerecht was zonderling: loochenen kon of deed ze niet; maar ze scheen geen duidelijk besef te hebben van den toestand. Ze lachte met een blanke tandenrij, het hoofd onrustig naar alle kanten wendend.
De uitspraak van de jury op de vraag: "Schuldig aan kindermoord?" — was: "Neen" op zes briefkens; "Ja" op vijf en een wit daarbij. Dus pariteit van stemmen. Vrij. "Ge moogt gaan," zei haar de voorzitter, "ge zijt volkomen onplichtig verklaard."
Ze hoorde 't niet, althans ze bleef nog zitten. Toen trok een gendarm ze zacht bij de mouw: "Vrij, vrij," zei hij en troonde de gedwee volgende mede tot op de straat.
Het was volkomen donker.
"Weet ge waar naartoe?" had hij haar gevraagd, onbepaald verontrust.
"Ja," zei ze hem aanlachend, "naar huis voorgoed," en weg liep ze.
Zij was het, de vermeend versukkelde op die donkere kade der Visscherij. Het handzakje en de parapluie waren haar niet ontvallen — zooals in 't dagblad stond — maar netjes op de helling van het water neergelegd.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1917
<<december>>
ZoMaDiWoDoVrZa
      1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
3031     
logo CTB