<>

1915-02-07 (1 bericht)

> | Zondag 7 februari '15.
Heden is op bevel van Paus Benediktus XV een algemeene boete- en biddag voor heel de katholieke wereld ingesteld: bezoek aan de kerk, biecht, communie, een smeekkreet aan den Allerhoogste tot het verkrijgen van den vrede.
"Ik heb vernomen, dat de pastoor van Groot-St-Pieters buitengewoon driest is en in zijn sermoenen de waarheid zeggen durft in tegenwoordigheid van mannen der bezetting.
Ik ga er heen. De mis begint om elf uur.
Ik kom wat te vroeg; de voorgaande — de soldatenmis — is juist gedaan; door de middenbeuk nadert in dichte gelederen een traag voortschuiven de stroom van grauwe soldaten; men zou — meent men — op de hoofden kunnen gaan. Met vrome, trouwhartige aangezichten en zachtheid in den blik, kijken het meerendeel de geloovigen aan, die neergeknield of staande, ook vreedzaam gezind, die rampzalige vijanden zien voorbijtrekken.
De kerk komt onmiddellijk weder stampvol, van Gentenaren ditmaal. Op het koor boven de trapjes staat een lijkbaar, zwartbehangen met zilveren franjes en daarom heen een bosch van brandende waskaarsen: dąt ter herinnering aan de gevelde krijgers van ons land en onze bondgenooten. Zoodra de predikant op de kansel verschijnt, worden al de stoelen naar hem toe omgekeerd en al de blikken op hem gericht.
Teleurstelling: dat gebed, door den Paus opgesteld, wordt niet gelezen maar wel een mandement. Het handelt in algemeene bewoordingen over de rampen, die ons volk teisteren: "Wij hebben allen veel geleden, veel geklaagd en klagen nog. In de gebeden ligt de redding. Laten wij den God der heerscharen ootmoedig en dringend aanroepen, dat hij die geesels van ons afwende. Nemen wij onze toevlucht tot Maria, opdat zij daartoe haar invloed gebruike bij den Heiland, haar hemelschen zoon. Volgen wij het voorbeeld van onzen moedigen koning, van onze moedige koningin, wier vertrouwen onwankelbaar is."
Neen, neen, het is niet, wat ik heb verwacht. Misschien draagt de wijze van voordragen er toe bij: de stem is te hard, te luid en mist overtuigende kracht. Ook de gehoorigheid der groote, hooge kerk laat te wenschen over. De klanken slaan ruw tegen de gewelven aan, botsen op het gehoor der vergadering neder en een hinderend echo herhaalt dof telkens het voorlaatst uitgesproken woord. De miserere, weerklinkt begeleid door orgeltoon. De priesters in volle rouwornaat gaan zingend rondom den catafalk en geurige wierookwalmen stijgen als grijze wolken op.
Voordat de preek aanving heeft de geestelijke van op de kansel verzocht een gebed te storten voor den genaamden Ernest Martier, gesneuveld op het veld van eer den 18 Augustus 1914 te Hauthem-St.Margareta.
Bij het uitgaan der kerk tusschen de talrijke aanwezigen, bemerk ik veel jonge mannen van allen maatschappelijken stand en het woord "martyre" blijft mij in 't geheugen hangen: martelaarschap, levensveilheid voor het vaderland.
Waarom staan ze niet allen op, de weerbaren om den vijand te verdelgen? Kunnen ze, zelf in veiligheid toezien, dat anderen van hun kracht en leeftijd dagelijks neergesabeld worden?
"Och, zwijg, zwijg," spreekt een andere stem in mijn binnenste: "heldenmoed laat zich niet dwingen, hij draagt zijn loon in zich..."
En dan komt het over mij als een geweldig tij van wereldwee: Arme, niet dapperen, geboren om een periode van oorlog te beleven, die u al de schrikkelijkheden voorspiegelt, welke u wachten aan het front, met het zelfberispend, vernederend bewustzijn van lafheid en gebrek aan burgerdeugd, wetend, dat de oneer u wacht; de blaam van hen, die optrokken voor de heilige zaak... gevoelen, dat ge geen recht meer bezit om in 't vervolg het geboorteland uw vaderland te noemen... Het is ijselijk in elk geval man, jong, laks of dapper te zijn in oorlogstijd.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1915
<<februari>>
ZoMaDiWoDoVrZa
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28      
       
logo CTB