<>

1915-02-20 (1 bericht)

> | Zaterdag 20 februari '15.
Officieele duitsche mededeelingen duiden groote zegepralen op de Russen aan met opsomming van colossalen buit van oorlogsmateriaal en krijgsgevangenen.
Gisteren avond tot laat, klonk vreugdegezang alom. Heden morgen evenzoo. Lange reeksen soldaten kwamen langs de lanen van het oefeningsplein, meest allen zeer jong. De koude winterlucht had hun huid geprikkeld: de aangezichten, als bloemen op hooge stengels, heel dicht bij elkaar, heel frisch, droegen rozenblos. De gestalten waren kranig recht, de beenen bewogen vlug, in kadans van vermetelheid en levenslust.
De zang zweefde over hen: "Lieb Vaterland," en "Heimat... wiedersehn..." Altijd Heimat, altijd het verlangen naar die dierbare Heimat weer te zien. In de dagbladen verschenen heden de namen van tal onzer gesneuvelden, hier en daar begraven, ontgraven en voorgoed ter aarde besteld.
Mijn doel was een bekendenwoon:
"Welk een overmoed, welk een blijdschap," zei ik, "onder al die dapperen."
"Geloof hen niet," antwoordde de huisdame, in diepen rouw voor haar — maanden geleden — in een schermutseling gevallen kleinzoon: "Geloof hen niet, ten minste niet de ouderen, ze zingen op bevel, met tegenzin." En ze vertelde, wat ze wist van den bestuurder van een gesticht, waar troepen ingekwartierd zijn. Verleden week toen het zoo stormde en kletsregende, kwamen er ook druipnat en bemorst binnen:
"Zingen," had de aanvoerder onderweg bevolen. Ze deden 't niet.
"Zingen, zingen!" klonk het gebiedend. Maar zwijgen bleven ze.
Op den koer van het gesticht aangeland, stapten de soldaten naar de open deur toe om binnen te gaan. De eersten in 't gelid zetten reeds voet op de trappen, toen een streng: "Halt!" weerklonk.
Het was 't etensuur. Een lekkere reuk van soep wuifde uit het huis. De mannen hadden een langen weg afgelegd: ze waren uitgeput; ze bogen onder krijgslast.
Geen genade voor de weerspannigen.
In de plassen, onder den stroomenden regen, moesten ze knielen, op den buik liggen, mikken, schieten met loos kruit, een been omhoog steken, allerlei oefeningstoeren doen. Het duurde een half uur, voordat de straf werd opgelicht. En ze vertelde nog: Een soldaat, die gedurende zijn verblijf alhier dagelijks in een sigarenwinkel ging, en met de verkoopster, een oude, moederlijke matrone, gaarne een praatje deed, was er eenige dagen geleden aangekomen, vroolijk, stralend van tevredenheid:
"Madame," had hij medegedeeld: "ditmaal geldt het een afscheidsbezoek. Ik vertrek naar Frankrijk met mijn compagnie, het was ons aller wensch, morgen zijn wij in Diksmude.
"Zoo, zoo!" en na een oogenblik overdenking, zei de winkelierster: "Naar Frankrijk? Maar ge vergist u, jongmensch, Diksmude ligt daar niet, maar wel aan den IJzer."
Hij stribbelde tegen. Dat was niet waar. Zijn overheden wisten 't beter immers. Ze hadden duidelijk gezeid: "Naar Frankrijk."
Toen haalde die dame een landkaart uit. Onvoorzichtig, koppig misschien en toonde hem aan, dat ze zich niet vergiste.
Hij schrok: "Naar den IJser, dat schrikbeeld, dat Golgotha van de duitsche soldaten!"
Hij was teruggekeerd bij zijn kameraden, had hun de ontdekking medegedeeld.
Algemeene opschudding!
En nu eerst begrepen ze het zonderlinge van de nieuwigheid: aan de troepen wordt niet vooraf gezeid, waar ze gezonden worden.
Het geval kwam ter oor aan de officieren. Op staanden voet werd een onderzoek ingesteld. Wie had er oproer gepredikt, wie had er beproefd krijgers van hun plicht af te trekken?
De vrouw uit den sigarenwinkel was de schuldige. Ze werd naar Duitschland gestuurd.
Tijdens de laatste sneeuworkaan zijn door de bondgenooten bommen op Brugge geworpen. Het was een bestendig ontploffen, een onophoudend knak-knakken omhoog in de dwarrelende vlokken...
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1915
<<februari>>
ZoMaDiWoDoVrZa
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28      
       
logo CTB