<>

1915-06-05 (1 bericht)

> | zaterdag 5 juni.
Voortdurend verzengende droogte.
Onder de dichte, hooge iepen van de breede, bochtige Godshuizenlaan, in de goudpoeiering van zonsondergang, doch nog bij dag, hier en daar een voorbijsnorrende fiets, een plompe, duitsche vrachtwagen, een auto met officieren, wier streepjes zilver- of goudborduursel in de laatste westerstralen rood opvonkt. Kleine knapen hebben er pret in, rumoerig, met zelfvervaardigde speelgoedbogen om prijs naar een krijtdoel op een dikken stam stokjes af te schieten; groepen soldaten, twee drie, vijf of meer, slenteren in elke richting. Voor drinkhuizen zitten er. Ginder op het binnenhof van 't jongensweeshuis, aan welks open ingangpoort een schildwachthokje met zwarte, roode en witte evenwijdige strepen de aandacht trekt, stoeien er, speelsch aan elkander sleurend en trekkend. Uit het lokaal der Schijfschieting verschijnen er talrijk in gelederen. Ze hebben zich geoefend.
Ze zingen luidkeels; een kleine leemte, dan een nieuwe reeks, de laan is er grijs van.
"Ik geloof, dat ze uit den grond ontstaan," roept hardop een werkvrouw onbeschroomd, aan den hoek van een beluik (een doodloopend straatje) tot een andere op den overkant. Verder, achter de brug van de Leie, naar de Citadellaanoorsp.: Citatellaan, tien, vijftien Duitschers tegen een paar burgers. Aan het tramstandpunt staan er acht- en twaalftallen voor elke lijn gereed. Ze hangen zich gevaarvol met de om de steunroede geklemde handen vast, — degenen, die er opgeraakt zijn. Het meerendeel moet op een ander rijtuig wachten.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB