<>

1915-06-21 (1 bericht)

> | Maandag 21 juni.
Dezen morgen om zes uur opnieuw luchtdoordreunend kanongeschot, vervijfvoudigd in gewone hevigheid: groote slagen, waartusschen een geknetter van springbussen, granaten, kartetsen, of hoe ik het in mijn onwetendheid noemen moet. Het geleek op het ontploffen — op groote schaal — van het klaterend klits-kletsend, sprinkelend ontploffen van wat men bij een vuurwerk het bouquet heet.
Weeral stoute luchtvliegers, welke over de stad vlogen. En zeggen, dat ge die schrikaanjagende geruchten, die u in 't eerst sidderen doen, eindelijk aanhoort als iets gewoons en slaperig blijft te bed liggen, of kalm opstaat om eens aan 't vensterraam naar omhoog te kijken, en tusschen de blanke, bewegende zomerwolkjes van het afvuren, in het vroege morgenuur op te speuren of de vervolgde luchtvaarder niet te ontdekken is. Bij een mijner broeders, die een Fransche gehuurd had, [116]
[116]'Een Fransche': het is niet helemaal duidelijk wat Loveling daarmee bedoelt.
tijdens het Beleg van Parijs in 1870, kwamen eens tegelijk, zooals alle postzaken destijds, twee brieven in Gent toe, kleine strooken papier onder de vleugels van duiven aangebracht, op verschillende datums geschreven: de eerste was vol schrik, vol angst en kommer, en in den tweeden stond: "Hé bien, on s' habitue à tout: ik zit aan mijn schrijftafel, ik hoor de obussen zoeven door de lucht. Elk oogenblik kan er hier een invallen, kan ik verpletterd worden en ik blijf kalm daarbij."
Hier ook: elk kijkt de soldaten aan als iets, dat geen verbazing meer wekt. Diep in de harten ligt het noodgevoel, maar de ontroering is reeds aan 't verdwijnen: "On s' habitue à tout."
Duitsche Regierungrat, mijn neef Rudolf, die hier eenig dagen geleden kwam, sprak ook over iets dergelijks: "Elken dag, vallen te Rijsel" — waar hij verblijft — bommen." Wij verkeeren allen in gevaar en denken er niet meer aan. Enkel wordt na ontploffingen eens gevraagd:
"Veel schade?"
"Een huis afgebrand — een fabriek vernield."
"Zijn er dooden?"
"Niet veel: twee schoolkinderen. — Een oude vrouw. — Een man of drie. — Een zestal gekwetsten," of: "Ik weet niet of er getroffenen zijn."
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB