<>

1915-06-07 (1 bericht)

> | Maandag 7 juni 15. Gisteravond half tien 's avonds.
Alles rustig en stil na de groote stadsdrukte. Alle huizen moeten gedurende den namiddag ledig hebben gestaan, te oordeelen naar de drommen wandelaren, aanstroomend uit alle richtingen van het stadspark.
Zoudenoorsp.: Zou er duitsche muziekuitvoeringen zijn geweest en zou de bevolking de lafheid hebben gehad te gaan luisteren en aanmoedigen?
Beter niet te vragen.
Beter niet te weten.
In de sluimerende kalmte van den avond ontstaat een gegons in de lucht.
Een zeppelin?
Niets te ontwaren noch aan de voorzijde van 't huis noch aan den tuinkant en stilaan verzwakt en versterft het geluid.
In 't diepe van den nacht: een geweldige slag schrikt de slapenden wakker. Een korte pauze en nog vijf groote bonzen weergalmen achtereen.
Dat moet hier dicht bij zijn...
Een felle vuurgloed verheldert heel het zwerk, waarop weder de schemering intreedt. Op de plaat van het zakuurwerk, tegen het raam gehouden, duiden de wijzers twintig minuten na twee uur aan.
Witte slaapgewaden, onduidelijke gestalten, slechts half omlijnd in twijfelend morgenduister, verschijnen achter slaapkamerruiten of aan open vensters in mijn straat. Buren, wat verderop, roepen te onduidelijk om verstaanbaar te zijn aan elkaar hun vermoedens of hun indrukken toe.
In het effen zilverschijnsel van den oosterhemel steekt de maan, in 't laatst kwartier, haar blinkend gouden horens naar het zuiden.
De slaaplust is voorbij. Weldra is de dagklaarte bijna volkomen ingetreden. Schoten, wederom schoten dreunen verre en weder in stadige verwijdering ditmaal, twee en dertig in getal.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB