<>

1916-08-23 (1 bericht)

> | Woensdag 23 augustus.
Gisteren om 6 uur, terwijl ik met dames aan het kaartspel zit, ontstaat er geharrewar in de gang, na een grooten belklank. Het is mijn ambulancier, die er op aandringt om ontvangen te worden. Ik ga dan ook in de tweede kamer bij hem. Hij deed het uit dienstvaardigheid. Hij vertrekt naar Berlijn met veertien dagen verlof: heb ik boodschappen voor ginder? "Ja."
Ik ben wel wat zenuwachtig over dit bezoek. Schuchter durf ik den man niet veel te woord staan. In de kamer hiernaast kan men wel iets van het gesprek hooren, ook zijn kaartspelers ongeduldig en worden ongaarne gestoord.
Hij begint over den oorlog: "Nu zijn er 32 duizend ambulanciers in werkzamen dienst; er wordt beweerd, dat de Tzar den vrede vraagt. China en Japan zullen handgemeen worden, Spanje wellicht met Frankrijk..."
Hij ziet, dat ik verstrooid ben. Hij zwijgt, hij zit met het hoofd in den grond. Wellicht voelt hij intuļtief vijandelijkheid in de onmiddellijke omgeving.
Hij staat op.
Ik durf niet beleefd zijn, en nochtans komt hij enkel om mij in zijn land nuttig te wezen.
Och, wat is het toch allemaal moeielijk om het rechte te doen! Aan de straatdeur reikt hij mij de hand. Een handdruk weiger ik aan niemand, ook niet aan hem. De dame van rechtover heeft het gezien, ze trad juist op haar drempel.
Op Gods genade dan... afwachten wat ze er van vertellen zal. Dezen avond was er een zeppelin te zien.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB