<>

1915-05-14 (1 bericht)

> | Vrijdag 14 mei '15.
Als altijd tal van Feldgrauen op de tram. Aan de eerste halte treedt een slank, jong dametje binnen, heel in rouwgewaad, doch met den langen sluier sierlijk op den achterkant van den hoed bevestigd. Dus geen zeer kortgeleden sterfgeval.
Wat is ze mooi: een echt lenteroosje, met haar tengeren blos en hare roode lippen, met de krulletjes, die van onder het witte gaas op haar blank voorhoofd krullen! Ze heeft zich zeker gehaast om den tram te halen: ze trekt nog een handschoen aan. Een trouwring blinkt zijn goudglans uit aan een der vingeren van hare fijne hand.
En ik, die doorgaans geen herkenningsgave bezit, herken deze persoon. Zij is het, wier bloei mij trof, tijdens de mobilisatie, — als vreemden aanspreken in de ontsteltenis van het gebeurende geen zeldzaamheid was — toen samen naar den tram wachtend aan den hoek mijner straat. Ze vertelde toen dat ze pas drie maanden geleden getrouwd was en dat haar man — een onderluitnant — naar 't leger had moeten optrekken... Ja, goed onthouden heb ik het.
Ze zit daar zoo bescheiden, stil, ingetogen, achteloos voor wat er om haar henen binnenkomt of uitstapt... Wat verder stijgt ze zelve af, met verhoogden blos, zonder iemand aan te kijken, dringt ze tusschen de uniformen en de sabels op de achterplaat door en met de vlugheid eigen aan de jeugd, wipt ze naar beneden, en schrijdt haastig verder onder de groene boomen, gevolgd door de gretig bewonderende blikken van heel de soldatengroep.
Een vrouw van Ledeberg, moeder van twee kinderen, wier echtgenoot soldaat is, zag een meisje, evenals zij naar den tram wachten op het marktplein. Ze zat op een bank en had een saamgebonden pak op den schoot: zakken voor de bezetters.
De dame keek ze onafgewend, beduidenisvol aan:
"Ben ik zwart misschien?" vroeg het werkmeisje driest.
"Neen, maar ge zijt een lafhartige," schold haar de dame. De tram kwam juist aan. De naaister stiet de dame ruw op zij. Beiden stapten in. Duitschers stonden op het platform als altijd. Het geval werd hun medegedeeld door de arbeidster, de dame aangewezen.
Onmiddellijke aanhouding, naar de Nieuwe Wandeling [101]
[101]De Nieuwe Wandeling is de straat waar de Gentse gevangenis is gelegen.
gestuurd, in eene cel opgesloten. En nog niet — na dagen — teruggekeerd bij hare kinderen.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB