<>

1915-05-16 (1 bericht)

> | Zondag 16 mei 4 uur.
Naar 't kerkhof. Een stroom van wandelaren langs de Brugschse vaart.
Groote drukte op den akker der eeuwige rust: slenteraars, soldaten, hinderende kinderwagentjes, nieuwsgierigen, die na eenige stappen telkens blijven staan om de namen op de zerken te lezen en die het verkeer belemmeren.
Voorwaar een slecht gekozen dag om op een kerkhof te gaan.
Wat is er niet al bijgekomen van soldatengraven sinds ik laatst hier was! Op vele staat nog geen naam, enkel wijst de gerakelde aarde aan, dat daar een nieuwaangebrachte ligt...
De grond is zandig, dor, na de lange droogte en den ontoereikenden regen der vorige dagen. De verschgeplante struiken laten hun lover slap hangen; de kelken vallen uit de rhododendronsoorsp.: rhododendroms neder en, op sommige plaatsen, waar bloemen in potten staan, is verzuimd water te geven en treurt de plant in stervensnood.
Weinig huldeblijken zijn er aan geliefde dooden, die van blijvende zorg getuigen... Zou het waar wezen, dat al wat met aarde gedekt is, gauw vergeten wordt? Voortdurend ver kanongerol. Verbeelding, of davert werkelijk de lucht? Vliegers heel hoog, een betrekkelijk laag met zijn tergend snorren.
Alle oogen kijken hemelwaarts:
"Zie, zie," roepen de menschen, "Hij smijt vuur uit."
"'t Is ontvlamd gas."
"Gevaar?"
"Neen, neen, 't is een duitsch vaartuig. 't Zijn vuurpijlen."
"Waarom vuurpijlen?"
"Signalen, anders niet."
En met het onbevredigde, dat een eenzame zondagwandeling kenschetst, keer ik mismoedig naar huis... Het is nog helle dag. De meid is uit. Geen levensgerucht beneden. Gelukkig weder een week voorbij.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB