<>

1915-07-16 (1 bericht)

> | Vrijdag 16 juli.
Schetterende klaroenen. Mijn huis staat in het midden eener korte straat: aan den rechterkant de Leopoldlaan, aan den linker de Kortrijkse Steenweg; beide leiden naar St. Pieters station. Langs den Steenweg trekken ze op, de arme jongens met het nauwelijks volwassen lijf in lange reeksen, zwaarbeladen, in splinternieuwe, nog niet aansluitende uniformen.
Ze zingen schreeuwend, de koperinstrumenten overheerschend.
Langs de Leopoldlaan komen van de vuurlijn lange benden binnen, vermoeid, stofferig, grijsgrauw, hun loomheid kranig bekampend, onder het gewicht hunner wapentuigen, breedgeschouderd, kloeke kerels met baard en snorbaard.
Velen onder de integenovergestelde richting, al voortschrijdend, wisselen glimlach en handgroet met elkander. Wie kan het aanblikken zonderdat [127]
[127]Het aan elkaar schrijven van 'zonder' en 'dat' komt bij Loveling wel vaker voor. Het wordt daarom niet als fout beschouwd.
het oog vochtig wordt en het hart klopt van gruwen en medelij? Zooveel mannenmoed, zooveel zelfverzaken en vaderlandsliefde, ten bate van moord, brand, verdelging en eigen ondergaan!
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB