<>

1916-03-23 (1 bericht)

> | Donderdag 23 maart 16.
Ik krijg een brief te zien van professor Fredericq ingekwartierd te Gütersloh, met potlood geschreven, door den teruggekeerden officier, die hem naar Duitschland bracht, aan zijn broeder ter hand gesteld. Een vroolijk verhaal van de reis, in eerste klas tot aan Keulen, waar hij vernachtte in hotel: "Belgischer Hof." De, ook meegekomen gendarmbewaker deed hem de eer aan in zijn kamer te slapen. Daarna ging het in tweede klas naar het kamp, waar hij behandeld wordt op den rang van hoogen officier.
Een jongen uit de volksklas, zeventien jaar oud, had vergeten zich naar het Meldeamt te begeven op den gestelden dag. Hij ging des anderdaags. Dertig mark boet.
"Dat bezit ik niet."
"Drie dagen gevang."
Met twee andere datumvergetenen, werd hij in het zoogenaamd dievenkarreke gestopt, heelemaal dicht met ademgaten. Daar in het meer dan half donker zongen ze de Brabançonne en de Marseillaise.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB